Jongens
evolueren tot groepsdieren, terwijl meisjes eerder naar een één-één-relatie gaan (de beste vriendin). Beiden hebben hun eigen
hiërarchievorm. Daarnaast zien we hoe puberende en adolescente meisjes macho's maken van de jongens
1. Reeds baby's
kennen het verschil tussen man en vrouw en ook via de opvoeding krijgt een kind sexerollen aangeleerd.
2. Jongens
hebben, minder dan meisjes, kans zich te identificeren met een volwassene, waar door ze meer in een fantasiewereld spelen,
terwijl meisjes de realiteit naspelen.
3.
Jongens staan onder hogere prestatiedruk en worden strenger opgevoed dan meisjes. Ze leren ook van jongsaf hun gevoelens
te onderdrukken en een masker te dragen.
4.
Jongens groeien op in groep en leren hierdoor zich aan te passen, samen te werken en te gehoorzamen aan de leider. Een
jongen die niet tot een groep behoort voelt zich mislukt.
5. Mannen
zijn, vanwege deze groepservaring, sterk hiërarchisch ingesteld.
6. Meisjes
gaan al zeer jong over op een één-éénrelatie met een "beste vriendin". Ze wisselen van vriendin door haar "geheimen" te verraden.
Nooit worden er twee vriendinnen tegelijk op nagehouden.
7. Jongens
kennen een bekwaamheidshiërarchie, meisjes een intimiteitshiërarchie.
8. Meisjes
en vrouwen hebben het moeilijk zich aan regels te houden en in een groep te evolueren, om dat ze nooit ervaring opdeden met
deze omgangsvorm.
9. Meisjes
spelen binnen en praten veel, jongens spelen buiten en onderzoeken veel.
10. Het zijn
de adolescente meisjes die, door hun voorkeur voor blaaskaken, de macho's maken. Naar stille jongens kijken ze niet om.
11. Meisjes
houden van vlinderende jongens omdat ze hopen dat ze ze wel zullen getemd krijgen.
12. Meisjes
leren jongens ook wat liefde en affectie is. In ruil bieden ze seks.
13. Eens de
"verkering aan is" verliest een jongen veel vrijheid, en wint een meisje er veel.
14. Een meisje (en een vrouw) hoopt,
maar slaagt er nooit in, een jongen volledig en uitsluitend aan zich te binden. Hij zal nooit zijn vrienden laten vallen.