Uitleg
Geven
We
zagen reeds dat de vrouwelijke ”manie” voor details mannen de gordijnen in jaagt. Ook hun pingpongen irriteert
omdat de mannen daardoor de indruk hebben dat de vrouwen niet kunnen luisteren maar altijd zelf aan het woord zijn.
Vrouwen
van hun kant hebben dan weer een hekel aan de ernstige manier waarop mannen zelfs het meest triviale onderwerp tot op het
been afkloven, uitdiepen en analyseren, wat hun de indruk geeft dat mannen alles te ernstig opnemen, altijd maar de intellectueel
willen uithangen en beter een leerstoel zouden aanvragen aan een of andere universiteit. Vrouwen vergeten echter dat ze zelf
hetzelfde doen met gevoelens: daar zijn zij het die grondige analyses organiseren. De stijl is dus dezelfde, enkel de onderwerpen
verschillen. Hoewel, "doceren" doen vrouwen niet.
Vrouwen
vervelen zich meestal tijdens ”informatieve gesprekken” en ze ergeren zich dood aan het ”tijdverlies”
die deze meebrengen. Ze voelen zich uitgesloten bij het gesprek. Tannen beweert ook dat vrouwen zich deze passieve rol zelf
toewijzen. Mannen wisselen informatie uit en weten dus hoe ze de woordenstroom van hun gesprekspartner moeten onderbreken:
door zelf iets te zeggen dat even interessant is, door het gesprek op een ander onderwerp te brengen... Ze zullen hier zelfs
niet lang mee wachten, omdat ze zich anders in een ondergeschikte rol gemanoeuvreerd voelen.
Vrouwen
hebben echter nooit de kans gekregen zich in deze conversatiemanier te trainen en zij zitten dus te wachten tot ze het woord
krijgen, eerder dan het zelf op te eisen. Bij hen is het namelijk de gewoonte elkaar aan te zetten te vertellen, terwijl mannen
ervan uitgaan dat wie iets te zeggen heeft, dit ook wel zal doen. Mannen wachten tijdens een dergelijk informatief gesprek
dus op de inbreng van de vrouw, inbreng die echter nooit komt. Hij voelt zich dan ook gefrustreerd en uitgebuit door een gesprekspartner
die zwijgt en hem geen informatie teruggeeft. Het zal vrouwen misschien verwonderen, maar ook mannen verwachten in gesprekken
dat de ander een inbreng heeft.
Mannen
ook zijn soms verplicht naar betogen te luisteren. Als de persoon die praat hun meerdere is, kunnen ze daarenboven zelfs meestal
niet tussenkomen. Maar in tegenstelling tot vrouwen vervelen ze zich dan zelden of nooit. Ze zullen in zo'n geval immers proberen
toch nog zoveel mogelijk informatie te puren uit het betoog. Waar vrouwen de informatie negeren, en zich dus gefrustreerd
voelen, zullen mannen daarentegen opzoeken wat ze er nu juist uit kunnen opsteken. ”Gezien we toch verplicht zijn te
luisteren, waarom er dan niet het beste van maken?” denken ze.
Mannen
doen er daarom goed aan, in het bijzijn van vrouwen, luchtiger in te gaan op een onderwerp. Praten dient niet enkel om
informatie uit te wisselen, maar ook om gewoon gezellig te kletsen. Het is dus niet steeds nodig van ieder gesprek gebruik
te maken om de val van de dollar, de uitschakeling van de belgische voetbalploeg voor het WK of de recente politieke
situatie ter sprake te brengen. Als een vrouw vertelt over een arm vrouwtje in haar straat hoeft een man daar niet noodzakelijk
een analyse van de macro-economische situatie en een plan voor de reorganisatie van de openbare bijstand aan vast te koppelen.
Onder mannen is dit zeer normaal, omdat bij hen leren en wijzer worden primordiaal zijn voor het beoordelen van de waarde
van een gesprek, maar vrouwen leggen andere normen aan om een gesprek al dan niet geslaagd te vinden, en ze zijn ”minder
leergierig”.
Vrouwen
vinden nu en dan zo’n uitleg wel eens interessant, omdat het hen bepaalde zaken die hen raken duidelijk maakt, maar
mannen hoeven daarom niet steeds op hun preekstoel te klimmen om de wereld kond te doen van hun belezenheid en eruditie. Veel
beter is het een vrouw die informatie wil hier zelf om te laten vragen, eerder dan er haar mee om de oren te slaan. Maar mannen
blinken graag uit en kunnen moeilijk weerstaan aan de verleiding hun kennis ten toon te spreiden.
Het moet
informatief zijn
Vrouwen
vangen bij een ”cursus” ook niet de meta-boodschap op die de man tegelijkertijd uitzendt, en die voor hem erg
belangrijk is: ”zie eens hoe bekwaam ik ben”. Vrouwen klagen er vaak over dat mannen ”nooit iets begrijpen”
en hun metataal niet kunnen lezen, maar we zien hier dat wanneer mannen op hun manier op meta-niveau zenden, ze net zo min
begrepen worden door vrouwen.
Evenmin
begrijpen vrouwen dat, als een man hen informatie begint te geven (als hij ”op zijn preekstoel klimt”) dit een
teken is dat hij iets ziet in haar. Anders zou hij er zeker geen tijd in steken zijn kennis door te geven, kennis die hem,
in zijn ogen, haar meerdere maakt. Door deze kennis te delen maakt hij haar tot zijn gelijke.
In
de mannenwereld is het niet meer dan normaal dat men iemand die men belangrijk vindt informatie geeft die deze niet bezit.
Mannen houden van kennis, zijn steeds geïnteresseerd hun kennis te vermeerderen, en daarom zijn ze steeds dankbaar en tevreden
wanneer iemand hen iets leert. Zowel ontvanger (hij leert bij) als gever (hij toont zijn superioriteit en zijn belang- stelling)
zijn dus winnende partij.
Voor
een man is informatie meedelen dan ook vaak de eerste stap tot een meer diepgaande omgang. Een vrouw wil echter in de eerste
plaats iemand die luistert en niet iemand die haar onderwijst. Maar zelfs als de man niet aan het doceren slaat vinden vrouwen
de onderwerpen waarover mannen onder elkaar of met hen praten saai, omdat ze er niet persoonlijk bij betrokken zijn, en omdat
ze zelden over mensen, maar des te meer over zaken (politiek, sport...) gaan, onderwerpen die hen niet of nauwelijks interesseren.
Ook vrouwen geven in zo’n geval geen aandacht en daarom verwijten mannen op hun beurt vrouwen dat ze niet luisteren.
Dit
is een fout die vrouwen vaak maken: ze denken dat, omdat de man niet op hun manier praat, hij helemaal niet bekwaam is om
met haar te praten. Niets is minder waar. Ze kan met zo’n man zeer goed praten als ze aanvaardt dat hij het op een andere
manier doet. Veel vrouwen die klagen dat ze geen man vinden om mee te praten blijken, als men er dieper op ingaat, geen oog
te hebben voor de mannelijke conversatiestijl, of ze denken dat hun stijl de enige juiste is.
Conclusie
is dus dat beide geslachten grote moeite hebben naar elkaar te luisteren, omdat ze belang hechten aan andere zaken. Willen
vrouwen met mannen praten dan moeten ze leren open te staan voor de nuchtere informatie van het mannengesprek, ze moeten leren
onderbreken en zelf informatie aandragen. Ze hoeven ook niet bevreesd te zijn wanneer ze er een andere mening op nahouden
dan hun mannelijke gesprekspartner (onder vrouwen een onvergeeflijke doodzonde!). Ze moeten ook leren de eindeloze opsomming
van details te vermijden die mannen alleen maar vervelen.
Wat
natuurlijk niet betekent dat mannen ook niet moeten open staan voor de vrouwelijke conversatiestijl. Maar mannen werden de
laatste decennia vanuit vrouwenhoek al zo vaak bestookt met opmerkingen over wat ze allemaal verkeerd deden dat we dit hier
niet allemaal nog eens moeten herhalen. In het kort komt het erop neer dat ze moeten leren oog krijgen voor detail, en dat
ze moeten leren genieten van het praten om het praten, zelfs al gaat het over wissewasjes die totaal geen belang hebben en
dat ze niet mogen vergeten dat ze niet voor een auditorium van leergierige studenten staan. Ook zij hebben dus nog een ganse
weg te gaan.
Ik weet
het ook wel!
Het
is tenandere zo dat vrouwen ook voor de ”typisch mannelijke” onderwerpen (zoals bvb techniek) liever hebben dat
een andere vrouw hun de uitleg geeft. Hiervoor zijn er twee redenen:
-
Een vrouw zal ervoor zorgen dat haar uitleg op een verstaanbaar niveau blijft,
en gaat ervan uit dat de ander de technische terminologie niet kent. Een man zal daarentegen verwachten dat de luisteraar
een uitgebreide technische achtergrond heeft en zijn uitleg zal dan ook vaak te hoog gegrepen zijn.
-
Vrouwen hebben in technische kwesties ”instinctief’ tegenover
mannen een zeker ”minderwaardigheidscomplex”. Ze verwachten van ieder man dat hij op dit gebied wel beter zal
zijn dan zij, hoewel er ook mannen zijn die technisch totaal niet onderlegd zijn. Hierdoor wordt uitleg door een man automatisch
geplaatst in een hiërarchisch kader, en daar voelen vrouwen zich minder in thuis. Als een vrouw hun de uitleg geeft zullen
ze de dialoog eerder als symmetrisch inkaderen, zelfs al is hij het niet. Ze zullen dus meer open staan voor de uitleg, en
hem dus beter begrijpen, zelfs wanneer de vrouw die de uitleg geeft zich bezondigt aan technische terminologie. Er is dus
vanwege de vrouw een zeker (onbewust) vooroordeel tegenover een man die uitleg geeft.
Blijft
natuurlijk het feit dat vrouwen meer dan mannen moeite zullen doen het niveauverschil dat te wijten is aan het competentieverschil
te verdoezelen. Wanneer men uitleg krijgt van een vrouw kan dit daarom in een meer ontspannen sfeer gebeuren. Tannen beweert
zelfs dat mannen bewust het niveau van hun uitleg zo hoog stellen omdat het hun een superieur gevoel geeft, dat nog versterkt
wordt als de toehoorder de uitleg niet begrijpt. Tentoonspreiden van kennis zou voor hen belangrijker zijn dan de overdracht
ervan, zo beweert ze.
Wat
vrouwen ook ergert is het feit dat ze, zelfs als ze goed onderlegd zijn in een onderwerp, zelden de kans krijgen dit aan een
man te laten zien. In de eerste plaats ligt de oorzaak bij hen: vrouwen zijn nu eenmaal geneigd hun kennis niet te hoog van
de daken te schreeuwen en vooral in hun omgang met mannen zullen ze zich vaak dommer voordoen dan ze zijn. De man denkt hierdoor
dan weer dat hij er meer over weet en hij zal dan ook onverichterzake zijn ex cathedra onderwijs starten, waardoor de vrouw
op haar stoel zit te kronkelen van frustratie.
Algemene
ontwikkeling
Vrouwen
zijn ook niet zo snel geneigd feiten en informatie te verzamelen, terwijl dit bij mannen essentieel is om hen toe te laten
in hun gesprekken beslagen op het ijs te komen. Mannen letten niet op details in wat rond hen gebeurt, omdat ze die in hun
gesprekken toch niet nodig hebben, maar ze letten des te meer op feiten, omdat die wel belangrijk zijn. Vrouwen doen het tegengestelde:
ze letten op details en praten erover, maar ze zijn veel minder geïnteresseerd in, en hebben minder oog voor feiten. Want
daar praten zij dan weer niet over.
Toen
in de jaren 60 de technische vooruitgang thuiswerkende vrouwen meer vrije tijd gaf werd deze dan ook (tot frustratie van hun
mannen) niet gebruikt om kennis op te doen, maar wel om een huiselijke sfeer te creëren. Geen enkele generatie mannen heeft
zo’n huiselijke omgeving gekend, maar ze moest het wel betalen met vrouwen die nauwelijks een gesprekspartner konden
genoemd worden.
Gelukkig
is deze periode grotendeels voorbij en is ook de leefwereld van de vrouw meer uitgebreid geworden, maar vroeger werden veel
mannen gefrustreerd toen ze alles in het werk stelden om hun vrouw toe te laten zich te ontplooien.
Vaak
zien we ook dat vrouwen die, voor ze kinderen kregen een grote interesse hadden, plots apathisch beginnen te staan tegenover
alles wat niets met hun gezin te maken heeft. Het is spijtig te moeten vaststellen dat het krijgen van kinderen veel vrouwen
verkneutert.
Anderzijds
is het wel zo dat de meeste volwassenencursussen voor het grootste gedeelte bijgewoond worden door vrouwen. Mannen doen liever
aan sport, of gaan met vrienden op stap. Vrouwen zijn dus in één generatie een stuk bijgedraaid en ze zijn zienderogen hun
achterstand aan het inlopen. Maar toch zijn Tv-kijkers nog steeds in overgrote meerderheid vrouwen. 55% van de middelzware en zware Tv-kijkers zijn vrouwen. Dit heeft voor gevolg dat vrouwen per week gemiddeld
2 uur meer Tv-kijken dan mannen (resp. 22h50 en 20h53).
We zien
deze kneuterigheid evenwel nog het beste in de vrouwenblaadjes. Hoewel deze een veel uitgebreider assortiment artikelen brengen
dan pakweg 15 jaar geleden, toch zijn het nog vooral schoonheid, relaties, gezondheid, kinderen, bekende personen (en keuken)
die de hoofdmoot uitmaken, en de meer algemene onderwerpen zijn van een zeer laag informatief niveau, zonder veel diepgang,
zeker als we ze vergelijken met die in mannenbladen . Enkel artikelen over psychologie scheren soms hoge toppen.
Een
interview met een politicus, wetenschapsman of sportman, dat een vijftal bladzijden in beslag neemt en nauwelijks of niet
geïllustreerd is, zal je in vrouwenblaadjes nooit vinden, terwijl dit zelfs in Playboy maandelijkse kost is.
Hierdoor
zal een man over het algemeen over meer onderwerpen kunnen meepraten dan een vrouw. Dit gevoegd bij de drang van mannen hun
kennis ten toon te spreiden zorgt ervoor dat het voor vrouwen zeer moeilijk is niet te verworden tot een passief toehoorder
wanneer ze met een man praten.
Het
is daarom essentieel dat vrouwen voor hun kennis durven uitkomen en bereid zijn anderen hiervan te laten delen. Het gaat niet
op mannen de steen te werpen omdat ze steeds hun stijl volgen (uitleg geven), wanneer een vrouw zelf niet de moeite doet om
met haar kennis naar buiten te treden of om een deel van het gesprek naar zich toe te trekken. Mannen van hun kant moeten
natuurlijk begrijpen dat vrouwen niet opgezet zijn met hun "onderwijs" en liever wat zouden kletsen over persoonlijke zaken.
We
zagen reeds dat algemene-kennis-quizzen bijna uitsluitend door mannen worden gespeeld, en slechts uiterst zelden door vrouwen
worden gewonnen. Vaak beweert men dat vrouwen geen behoefte hebben om zich met anderen te meten door aan wedstrijden deel
te nemen, maar dit is niet waar. De meer volkse Tv-spelletjes worden voor een meer dan evenredig deel door vrouwen bevolkt
en ook de wedstrijden waar veel met woorden dient gewerkt (die bvb. gebaseerd zijn op kruiswoordraadsels) trekken minstens
evenveel vrouwen als mannen. Er ligt dus meer dan waarschijnlijk een gebrek aan interesse aan de basis van deze terughoudendheid.
Daarnaast
stellen we ook vast dat, wanneer vrouwen dan al eens aan quizzen deelnemen die enkel en alleen kennis testen, ze vaak de duimen
moeten leggen voor mannen, niet omdat ze van nature dommer zijn, maar wel omdat ze minder dan mannen geneigd zijn ”kennis
op te doen”, zeker wanneer deze ”marginaal” is en niet praktisch bruikbaar (zoals dit voor veel ”encyclopedische
quizkennis” nu eenmaal het geval is). Vrouwen verkiezen kennis in verband met mensen of ten hoogste kennis die bruikbaar
is, kennis om de kennis zegt hen veel minder. Maar nogmaals, het verschil met mannen wordt met de dag kleiner.
Ik weet
het beter
Wat
ook vaak opvalt is dat vrouwen, als ze dan toch geleerd hebben hun kennis te uiten, dit vaak overdreven doen, en hun eigen
grenzen niet kennen. Vooral intelligente en assertieve vrouwen hebben nog al eens de neiging mannen absoluut te willen bewijzen
dat ze niet de mindere zijn, en ze maken hierdoor regelmatig de fout hun kennis te overschatten. Mannen doen hetzelfde, maar
dit valt minder op omdat we van hen deze betweterij gewoon zijn. Bij vrouwen springt dit echter sterk in het oog en mannen
zijn in zo’n geval meestal geneigd deze vrouw ijskoud af te straffen en haar op haar plaats te zetten.
En
zelfs als een vrouw het wel beter weet mag ze zich aan tegenspraak verwachten, Hier speelt dan weer de vroeger reeds tegengekomen
drang mee de ander uit te testen. Mannen doen dit, zoals we gezien hebben, immers ook voortdurend met elkaar. Pas wie de test
doorstaat wordt echt aanvaard als ”de specialist”. Enkel wanneer het om onderwerpen gaat die mannen als ”typisch
vrouwelijk” aanzien loopt een vrouw geen gevaar van tegenspraak omdat daar haar ”autoriteit” zonder veel
discussie erkend wordt.
Maar
ook als ze niet uitgetest wordt zal de vrouw weer snel in de rol van toehoorder gedrongen worden. Mannen slagen er immers
steeds opnieuw in het laken naar zich toe te halen en toch een onderwerp te vinden dat verband houdt met de specialiteit van
de vrouw, maar waarop zij ook hun woordje kunnen meepraten (of denken te kunnen meepraten). Meer zelfs, mannen slagen er zelfs
in vrouwen in een toehoordersrol te dringen op gebieden waar niet zij, maar wel de vrouw de specialist in is. Hij zal hiertoe
technieken gebruiken als de stem verheffen, discussiëren tot de vrouw het opgeeft, of (hoewel zelden) ronduit belachelijk
maken. In het beroepsleven komt hij dan ook bekwamer over dan zij, en de kans is groot dat hij en niet zij een promotie krijgt.
Willen
vrouwen zich dus laten aanvaarden als iemand die op de hoogte is, dan moeten ze leren een gesprek naar hun hand te zetten
en het te beheersen. Tannen haalt een onderzoek aan van Leet-Pellegrini dat de aandacht vestigt op het feit dat het onder
mannen gebruikelijk is de hiërarchie uit te testen . Wanneer een man dit bij een vrouw doet spreekt hieruit dan ook een blijk van respect.
Het komt immers bij niemand op iemand te testen waarvan men weet dat hij in een mindere positie staat. Maar een vrouw ziet
het anders. Voor haar betekent deze test dat ze niet aanvaard wordt.
Daarenboven
zullen mannen de neiging van vrouwen om relaties te creëren die gelijkheid als basis hebben, interpreteren als een vorm van
onzekerheid en eventueel zelfs van incompetentie. "Ze zoekt steun" of "ze voelt zich niet zeker van haar zaak" zijn dan
de eerste reacties in een mannenhoofd. Ook hier weer ligt de schuld niet bij een van beide geslachten, maar bij het stijlverschil
tussen beiden. Of zoals Tannen zegt:
Het spel dat vrouwen spelen is ” vind je me aardig?”, terwijl het spel dat mannen spelen
is ” heb je respect voor mij?”. Als mannen in hun verlangen gerespecteerd te worden, minder sympathiek overkomen
bij vrouwen is dit een ongewild nevenverschijnsel; net zoals het een ongewenst neveneffect is van het verlangen van een vrouw
om aardig gevonden te worden, dat ze minder wordt gerespecteerd.
Dat verwachtte je niet hé?
Tenslotte
spelen ook verwachtingspatronen mee: van vrouwen wordt in een groep nu eenmaal niet verwacht (ook door vrouwen zelf niet)
dat ze het hoge woord voeren, en dus let men a-priori al minder op wat ze te zeggen hebben. Mannen krijgen in groep automatisch
meer aandacht, ook van vrouwen.
Het
feit dat vrouwen in groep minder aandacht krijgen is dus voor een deel ook een vorm van self-fulfilling-prophecy. Doordat
men niet verwacht dat ze iets zullen zeggen, luistert men er minder naar, waardoor hun inbreng minder opvalt, wat weer bevestigt
dat vrouwen weinig inbreng hebben.
Vrouwen
hebben ook meer de neiging de toelating af te wachten om te praten of om verder te gaan met hun verhaal. Als die toelating
of stimulans te lang achterwege blijft zullen ze ook niet blijven aandringen, in tegenstelling tot mannen die blijven terugkomen
op het onderwerp tot men naar hen luistert.
Dat is
niet waar want ik ken iemand die...
Veel
vrouwen voelen zich ”afgewezen” wanneer hun partner hen zegt dat ze in zijn ogen te oppervlakkig praten of te
langdradig zijn. Vrouwen voelen zich ook afgewezen omdat ze in een mannengesprek de persoonlijke noot missen die ze zelf in
hun gesprekken leggen. Vermits onder vrouwen een gesprek zonder persoonlijke informatie gelijk staat met een gesprek tussen
twee mensen die elkaar koud laten, denkt een vrouw al snel dat een man die zich zuiver bij de feiten houdt zich niet met haar
verbonden voelt. Ze voelt zich dan ook gekwetst en vraagt zich zelfs soms af wat er zo verkeerd is aan haar dat de man niet
in haar geïnteresseerd is. Hij is het natuurlijk wel, maar toont het op zijn manier: door informatie te geven en haar ”slimmer”
te maken. Een zoveelste voorbeeld van hoe een stijlverschil aanleiding geeft tot misverstanden.
Het
is hier misschien het moment om de aandacht te vestigen op een andere gewoonte van vrouwen. Ze komt uitsluitend voor in discussies,
maar jaagt mannen soms de gordijnen in. Veel vrouwen hebben namelijk de gewoonte één feit te extrapoleren naar een algemene
regel en vanuit hun persoonlijke ervaring een oordeel te vellen over de rest van de wereld, Als ze debatteren nemen ze een
voorbeeld uit hun omgeving en ze beweren dan obstinaat dat dit kenmerkend is voor alle soortgelijke gevallen. ”Dat is
niet waar want ik ken iemand die ’...” is dan ook een uitspraak die elke man die ooit met een vrouw discussieerde
wel kent.
Mannen,
die vaak discussiëren op basis van lectuur of van meerdere voorbeelden vinden deze manier van argumenteren kleingeestig. Op
hen komt het vaak over alsof de vrouw kost wat kost gelijk wil halen, en ze interpreteren het ook vaak als zou de vrouw onbekwaam
zijn ”op niveau ” te debatteren.
Leet-Pellegrini H, Conversational Dominance as a Function of Gender and Expertise,
1980, Language: Social Psycholoqical Perspectives, Howard Giles, W. Peter Robinson, en Philip M. Smith (red.), pg 97-104.
Oxford: Pergamon.