Babbelkousen
Mannen
beweren vaak dat vrouwen nooit kunnen zwijgen, en inderdaad, vrouwen houden ervan te praten. Maar ze doen dit vooral in de
privé-sfeer, een omgeving waar mannen minder van zich laten horen.
In
de publieke sfeer daarentegen zullen het vooral mannen zijn die praten, en zullen vrouwen zich op de achtergrond houden. Op
spreekbeurten, in debatten en in vergaderingen nemen mannen vaker het woord dan vrouwen, en ze houden het ook langer. Maar
daar komen we nog op terug in ”Mannen En Vrouwen Vergaderen”.
Tannen
gaat zelfs zo ver te beweren dat, wanneer na een of andere radio- of Tv-uitzending naar de studio kan gebeld worden, het bijna
steeds mannen zijn die de eerste telefoon geven. Daarentegen zullen mannen aan een telefoon met een collega of sportpartner
(privé-sfeer) het gesprek tot een minimum beperken, terwijl vrouwen daar weer uren kunnen kletsen.
Het
is dus zeker niet juist dat vrouwen meer praten dan mannen (of omgekeerd), ze doen het enkel op verschillende plaatsen: vrouwen
privé en mannen openbaar.
Vooral
in de intieme sfeer van de eigen haard lijden vrouwen hier erg onder. Ze missen mededeelzaamheid vanwege hun man. Voor een
deel is dit te wijten aan het feit dat mannen gesprekken vooral gebruiken om boodschappen mee te delen, en er gebeurt nu eenmaal
niet alle dagen iets belangrijks. Ze hebben dus ”niets essentieel” te vertellen. Een vrouw daarentegen zal juist
thuis de meeste behoefte voelen om te praten, omdat het nu eenmaal de omgeving is waarmee ze op de meest intieme voet staat.
Zij verwacht dus juist daar zeer veel gepraat en heeft er zelf zeer veel te vertellen. Spijtig genoeg echter niets dat haar
man passioneert.
Mannen
kijken ook vaak minachtend aan tegen de eindeloze gesprekken over koetjes en kalfjes die vrouwen voeren als ze onder elkaar
zijn. Maar ze vergeten dat deze gesprekken de sociale contacten van de vrouw onderhouden, dat ze dat netwerk in stand houden
dat vroeg of laat wel eens van pas kan komen als hulp bij een of andere moeilijkheid. Als de vrouw niet kletst dan zullen
ze als ze nog eens willen uitgaan, een babysit moeten nemen i.p.v. dat de buurvrouw komt oppassen op de kinderen.
Het
is ook dank zij het sociale netwerk dat zijn vrouw opbouwt en in stand houdt dat de man de kans krijgt op persoonlijk vlak
met andere mensen om te gaan. Het zijn immers de vrouwen die de sociale relaties van het gezin onderhouden, en ze nemen hun
mannen hierbij gewoon mee op sleeptouw.
Zonder
vrouw om het sociale netwerk te onderhouden staan mannen dan ook nergens. Mannen kunnen evengoed relaties aangaan en onderhouden,
maar deze zijn zelden persoonlijk. Als het er dus op aankomt op persoonlijk en privé-vlak een netwerk van relaties aan te
spreken staat een man in een mindere positie. Op praktisch gebied (beroep, kennis...) staan, zoals we reeds zagen, mannen
dan weer voor.
Het
is echter wel zo dat mannen zich vaak buitengesloten voelen wanneer vrouwen eindeloos over de afsluiting of aan de telefoon
hangen om de laatste (vaak zeer persoonlijke) nieuwtjes uit te wisselen. Zelfs als ze iets willen zeggen en aan het gesprek
deelnemen kunnen ze het niet, omdat slechts weinig telefoons toelaten met drie te praten.
Ook
is het zo dat vrouwen op die privé-manier niet kunnen praten met een man omdat ze er heilig van overtuigd zijn dat een man
dit toch niet kan en er niet in geïnteresseerd is. Vrouwen zullen zo’n gesprekken (of iets wat in die richting gaat)
met mannen dan ook vaak niet eens proberen. En een man die tracht er zich tussen te mengen wordt vaak aanzien als een
indringer. Hij wordt dan ook ofwel genegeerd, ofwel weggestuurd (”ga jij maar weg, dat is hier maar vrouwenpraat en
dat interesseert u toch niet”), ofwel valt het gesprek gewoon stil en gaat de groep uit elkaar.
Roddelen
Een
vrouwengesprek bestaat ook voor een min of meer groot gedeelte uit nieuwtjes over en commentaren op andere mensen, bij voorkeur
over hun privé-leven. Mannen ergeren zich hier dood aan omdat ze het zien als een inbreuk op andermans onafhankelijkheid en
territorium. Ze vinden dat vrouwen zich niet in andermans leven moeten mengen.
Vanuit
het mannelijk standpunt is dit juist. Zij praten immers alleen over informatieve dingen, en zien dus in de eerste plaats de
informatie die uitgewisseld wordt. Objectief gezien is deze inderdaad bemoeiziek. Vrouwen bekijken de zaak echter helemaal
anders. Voor hen is praten over een afwezige een manier om betrokkenheid te tonen tegenover die persoon. Zelfs als ze er niet
is, wordt toch nog aan haar gedacht. Zelfs al woont deze bekende persoon aan de andere kant van de wereld, toch voelen ze
zich ermee verbonden, voelen ze een ”medemenselijkheid”, een begrip dat mannen onbekend is.
We
zien bovenstaande betrokkenheid zeer goed wanneer op het nieuws beelden van een of andere oorlog of ramp worden
vertoond. Mannen zullen geneigd zijn te bespreken hoe de oorzaak aan te pakken of hoe de nood kan gelenigd worden. Vrouwen
zullen zich dadelijk verbonden voelen met de slachtoffers, ze zullen hun lijden aanvoelen en medeleven tonen. Mannen zijn
op dit gebied zeer arm, het netwerk van onderling meevoelen dat vrouwen moeiteloos opbouwen is een voor hen totaal onbekend
gevoel.
Maar
zoals gezegd heeft dit gevoel ook zijn keerzijde: ze ontaardt zeer snel in bemoeizucht. Ook vrouwen zelf voelen het soms als
een zware druk aan dat ze niets geheim mogen houden, op straffe van uitgesloten te worden uit de groep. Vrouwen aanzien het
als een recht allerlei over elkaar te weten en iemand die zich hierbij wat op afstand houdt of die ”nieuwtjes achterhoudt”
wordt uitgesloten. Ze breekt immers de onderlinge samenhorigheid, ze zegt hiermee dat ze ”niet volledig in de groep
wil opgaan”.
Mannen
die in een groep terechtkomen met overwegend vrouwen hebben hier vaak erg veel last mee. Ze houden (wat vanuit hun stijl doodnormaal
is) informatie achter, en worden daarom door de vrouwen aanzien als hoogmoedig, asociaal, teruggetrokken enz.
Terzijde,
en om op roddelen terug te komen, de mannelijke tegenhanger ervan vinden we in de urinoirgesprekken die we reeds tegengekomen
zijn in het hoofdstuk VROUWEN IN HET BEDRIJFSLEVEN. Ook ”roddelen” mannen vaak (maar zeer kort) door commentaar
te leveren op de kleding en het uiterlijk van vrouwen, maar ze zullen zelden of nooit over privé-gegevens praten.
Extreme
uitwas van de vrouwelijke bemoeizucht is de vrouwelijke pornografie, waarop we in het hoofdstuk ”EEN VROUWENWERELD APART”
reeds zijn ingegaan.
Geheimen
We
zagen hoe groot het belang is dat vrouwen hechten aan details in hun verhalen. Nu is het wel zo dat men enkel iemand waar
men zich betrokken bij voelt toelaat op de hoogte te zijn van details uit zijn privé-leven. Ook bij vrouwen komt het echter
soms irriterend over wanneer iemand waarmee ze zich niet verbonden voelen hen om details vraagt over een of ander feit, of
als er details worden verteld aan iemand die daar geen zaken mee heeft. Vrouwen zullen dan ook door al dan niet details te
vertellen aan de toehoorder laten weten of ze zich al dan niet met hem betrokken voelen. Hoe meer details, hoe meer betrokkenheid.
Anderzijds wordt door details achter te houden dan weer afstand gecreëerd.
Nog
een stapje verder is het vertellen van geheimen. Zeker die zal men zomaar niet aan de eerste de beste prijsgeven. Het doorvertellen
van de geheimen van een vriendin is zelfs een vaak toegepaste tactiek om nieuwe vriendschappen te sluiten. Vrouwen weten daarbij
echter wel dat, als ze een geheim vertellen, ze het risico lopen dat dit doorverteld wordt. Toch hebben ze er dit voor over
om samenhorigheid te creëren en contacten op te bouwen.
Mannen
lopen dit risico liever niet, en daarom is het zo moeilijk voor een vrouw om met een man over diens privé-leven te praten.
In naam van de onafhankelijkheid wordt dit goed afgeschermd. Zeker details zijn dan ook met een zwaar taboe overladen.
Vrouwen
moeten zich dus goed realiseren in hun gesprekken met mannen dat het in de mannenwereld niet tot de ”geplogenheden”
behoort privé-zaken te bespreken, en ze moeten dit ook respecteren. Veel vrouwen aanzien het als een recht privé-zaken te
weten van de mannen waarmee ze omgaan, maar in feite is het een gunst en een teken van volledig vertrouwen als een man zich
blootgeeft tegenover iemand. Behalve als hij met zware relationele of emotionele problemen zit. Dan zal hij zeer open zijn.
Een
vrouw doet er dus goed aan de man in zo’n geval zelf te laten bepalen wat hij wil zeggen en wat hij geheim wil houden.
Vraagt ze hem uit dan loopt ze immers het risico dat hij zijn onafhankelijkheid in het gedrang voelt komen, en in zo’n
geval slaat hij volledig dicht.
Dit
verklaart tenandere ook waarom mannen niet kunnen verdragen dat hun vrouw over hun wederzijdse relatie praat met vreemden.
Mannen stellen echter vaak vast, en ze ergeren zich daar enorm aan, dat vrouwen in hun gesprekken met wildvreemden, vaak details
vertellen, die niet enkel niet ter zake doen, maar waarvan zij als man vinden dat ze tot hun privé-domein behoren. Ze aanzien
deze gegevens dan ook als iets persoonlijks, iets waar niemand anders zaken mee heeft.
Spijtig
genoeg is een van de lievelingsonderwerpen van vrouwen hun man en het moet gezegd dat vrouwen vaak ”succes zoeken”
ten koste van hun partner. Nog spijtiger is het feit dat vrouwen graag negatieve zaken vertellen over van alles en nog wat,
dus ook over hun partner (Ritueel Klagen), en dat ze de kans om met hem te spotten of te lachen zelden laten voorbijgaan.
Tenminste, mannen voelen het aan als spotten. Vrouwen zien het echter anders.
Zij
vinden hun privé-leven namelijk hét gespreksonderwerp bij uitstek omdat het het facet van hun leven is waar ze het sterkst
bij betrokken zijn en waar bij hen de meeste aandacht heen gaat. Over de eigen relatie praten is ook de beste manier waarop
vrouwen aan andere vrouwen kunnen laten zien dat ze niets geheim houden en bereid zijn over alles te praten.
Voor
hen is ”iets te vertellen dat een zwakke kant blootlegt” immers de ideale manier om contact te onderhouden. Hiermee
delen ze namelijk mee ”kijk maar, ik durf mijn zwakke kanten laten zien, ik moet dus wel veel vertrouwen hebben in u”.
En gezien ze hun partner als een deel van zichzelf zien, gezien ze zich met hem zeer sterk verbonden voelen, is iets over
hem vertellen, zelfs al komt hij er minder mooi uit, een even grote blijk van vertrouwen, Maar, zoals gezegd, zo ziet hij
het niet. In zijn ogen wordt hij belachelijk gemaakt. Resultaat : ruzie.
Bij
oudere vrouwen is uitwisselen van geheimen zelfs zozeer een gewoonte geworden dat ze zich dit nog nauwelijks realiseren. Bij
jonge meisjes, die hun eerste relaties beleven, gebeurt het nog niet zo automatisch en dienen er nog vragen gesteld te worden.
Daarom is het op de speelplaats van de school vaak zo dat meisjes elkaar uithoren en ook van elkaar eisen dat de ander allerlei
intiems vertelt. Hoe meer informatie gelost wordt, hoe meer het meisje aanvaard wordt omdat ze bereid is ”geheimpjes
te delen”.
Mannen
vrezen deze vrouwelijke loslippigheid en zijn zeer sterk op hun hoede een relatie te beginnen met een vrouw waarvan ze weten
dat ze niet kan zwijgen. Een vrouw die ”niet weet wat ze mag zeggen en wat ze moet zwijgen” komt op mannen ook
over als dom. Mannen kijken minachtend neer op vrouwen die zo laag moeten vallen om toch maar een gesprek levend te houden.
Daarenboven hebben mannen geen vertrouwen in de belofte van de vrouw ”dat ze het niet zal voortvertellen”. Ze
weten ook dat een vrouw die voor de keuze gesteld wordt ”voortvertellen of samenhorigheid breken” steeds voor
het eerste zal kiezen.
Mannen
die vrouwen op deze manier bezig horen (bvb. in de werkkring) weten dat er achter hun rug ook over hen zo gepraat wordt, en
ze zijn dan ook sterk geïrriteerd als deze verwachting bevestigd wordt. Dit kan bvb. gebeuren doordat hen bepaalde zaken ter
ore komen, In het privé-leven gebeurt dit meestal doordat hun vrouw in hun bijzijn over hun relatie praat. ”Als zo’n
intieme onderwerpen al besproken worden in mijn bijzijn, wat zal het dan wel niet zijn achter mijn rug?”, denken ze
dan.
Dit
komt des te irriterend over omdat mannen met hun sterke drang naar onafhankelijkheid ervan uitgaan dat men niet te veel over
hen moet weten en dat ze zelf wel zullen bepalen wat aan wie mag gezegd worden. Een vrouw die over haar partner iets vertelt
tegen iemand waarvan hij vindt dat deze er geen zaken mee heeft, begaat dan ook een grove aanslag op zijn persoon. Ze neemt
immers in zijn plaats de beslissing wat gezegd wordt, en tegen wie, en dat komt over als een inbreuk op zijn territorium.
Mannen
worden door dit gebrek aan privacy even sterk gekwetst als een vrouw die haar man in bed vindt met een andere vrouw. Waar
”vreemd gaan” ontrouw betekent in vrouwenogen is ”intimiteiten vertellen” ontrouw in de ogen van mannen.
Waar een vrouw haar partner als haar territorium ziet, zo ziet een man zijn privé-leven als zijn territorium. Beiden aanzien
een inbreuk van de ander op dit domein als ontrouw en het breken van de vertrouwensrelatie. Nochtans zien vrouwen niet in
wat er verkeerd kan zijn aan ”zoiets vertellen”, net zoals een man niets verkeerds ziet in ”een avontuurtje”.
Beiden vinden wat ze zelf doen dus zeer normaal, en wat de ander doet zeer kwetsend, maar beiden vergeten dat ze een
andere visie hebben op deze zaak.
Vooral
zijn seksuele prestaties zijn een onderwerp waar een zwaar taboe op rust, en ook als wat verteld wordt de lachlust opwekt
van de luisteraar zal het in het verkeerde keelgat schieten bij de man.
Kwaadsprekerij
Nauw
verwant met roddelen is kwaadsprekerij. Volgens Van Dale is dit zelfs de echte betekenis van roddelen: praten over anderen
in ongunstige zin.
Deze
vorm van roddelen is typisch vrouwelijk en komt zelden voor bij mannen. Mannen uiten hun kritiek meestal openlijk omdat het
voor hen veelal een middel is in hun machtsstrijd. Wat niet betekent dat ook mannen niet intrigeren, bvb. om carrière te maken.
Maar gewoon in de loop van een sociaal gesprek zal een man zelden of nooit kritiek leveren op een afwezige. Als mannen praten over een derde dan is dit kort en zakelijk, en gaat dit zeker nooit over zaken
die tot diens persoonlijk leven behoren. Mannen delen ook zelden persoonlijke informatie mee, en als ze het doen is het zeer
rudimentair.
Vrouwen
daarentegen zullen, om solidariteit te creëren, vaak kritiek geven op mensen die afwezig zijn. Keerzijde van de medaille is
dat de aanwezigen (denken te) weten dat hen hetzelfde te wachten staat bij hun afwezigheid. Waar men dus solidariteit zoekt
zal men dan ook vaak argwaan vinden. Lichte kritiek past volledig in de vrouwelijke geplogenheden van ”geheimpjes delen”,
maar als ze te zwaar wordt keert dit zich tegen de criticaster. Vrouwen die er een gewoonte van gemaakt hebben hun solidariteit
vooral via deze weg te creëren dansen dan ook permanent op een slappe koord en worden gevreesd als ”klappijen”.
In
de eerste plaats wordt hier zeker niet beweerd dat alle vrouwen kwaadwillig zijn, maar we hebben het hier specifiek over de
vrouwen wiens hoofdbezigheid eruit bestaat anderen te bekladden. Ze komen vooral in kleine gemeenschappen voor en zijn veelal
laaggeschoold. Ze floreren vooral in kleine dorpjes of in kleine ateliers. Ieder klein dorp heeft zo wel enkele vrouwen in
haar midden voor wiens scherpe tong iedereen bang is. Iedereen probeert hen te vriend te houden, maar anderzijds worden ze
door iedereen gehaat. Deze ”dorpsgazetten” zijn altijd vrouwen, nooit mannen. Ze zijn een extreme uitwas van de
kenmerken van vrouwen die we vroeger reeds besproken hebben: betrokkenheid en geheimen verzamelen.
Men
kan dit zeer goed waarnemen aan de poorten van scholen in kleine dorpjes. Een groot deel van de gesprekken onder de moeders
of grootmoeders die er hun kinderen komen afzetten of ophalen bestaat uit echte achterklap. Het rare is dat deze vrouwen van
elkaar weten dat, eens ze hun rug gedraaid hebben, zij op hun beurt het onderwerp van gesprek zullen worden. Toch belet hen
dit niet zelf ook goed mee te doen aan deze roddel. Bij mannen komt dergelijke conversatie zelden of nooit voor.
De
hoofdbron van deze kwaal is het feit dat deze vrouwen veel tijd vrij hebben (tussen afzetten en ophalen van de kinderen in
bvb.), en dat ze veel kansen krijgen (tijdens het boodschappen doen bvb.) om hun ogen de kost te geven en sociale contacten
te leggen.
Een
andere oorzaak van kwaadsprekerij is gelegen in het feit dat vrouwen zich, veel meer dan mannen, betrokken voelen bij hun
medemensen. Ze zullen dus veel meer geïnteresseerd zijn in wat in hun omgeving gebeurt.
Zoals
we reeds zagen worden de contacten van vrouwen voor een deel onderhouden door het vertellen van geheimen. Een vrouw zal dus
geneigd zijn eventueel zelf geheimen uit haar duim te zuigen om toch maar ”ingewijd” over te komen. Niet op de
hoogte zijn van de laatste dorpsroddel laat haar afgaan als een gieter. Gezien deze vrouwen nu eenmaal meer geïnteresseerd
zijn in slecht nieuws dan in goed nieuws zullen ze, als ze succes willen hebben, zich dan ook vooral hierop concentreren.
Ze zullen er dus niet voor terugschrikken kwaad te spreken of zelfs leugens te vertellen. We komen dan terecht bij de ”commeren”
die Walter de Buck zo mooi beschrijft.
VOOR
ALLE DUIDELIJKHEID: bovenstaande beschrijving geldt niet voor al die brave moeders die hun kindjes naar school brengen en
aan de schoolpoort ervaringen uitwisselen met andere moeders. Het spreekt ook voor zich dat niet al die roddeltantes
nog kleine kinderen hebben, en men kan ze dan ook nog op andere plaatsen tegen het lijf lopen.
Vaak
zijn deze vrouwen wel geweldig hulpvaardig. Soms is dit echt gemeend, soms is hun enige bedoeling in huis binnen te geraken
en hun ogen de kost te geven. Het spijtige van de zaak is dan ook dat men nooit zeker weet of deze hulp echt gemeend is, en
ze wordt dan ook erg gewantrouwd. Komt daar nog bij dat, zelfs als hij gemeend is, en zeker als hij enkel uit nieuwsgierigheid
voortkomt, deze vrouwen zich toch niet voldoende zullen kunnen bedwingen om, wat ze zien, voor zichzelf te houden. De ontvanger
weet dan ook dat hij/zij s' anderendaags over de tongen zal gaan, en hij zal dan ook meestal de hulp afwijzen. Maar dat helpt
hem geen zier vooruit want de vrouw die wou helpen wordt ontgoocheld door de afwijzing en ze zal haar boosheid hierover afreageren
door nog meer roddels te vertellen.
Dezelfde
hulpvaardigheid en betrokkenheid kunnen daarnaast ook nog ontsporen tot bemoeizucht, en meestal kennen deze vrouwen nauwelijks
het verschil tussen beiden, wat hen (ondanks hun goede wil) nog irritanter maakt voor hun omgeving.
Kwaadspreeksters
zijn dan ook een grote pest en een echt gevaar, vooral omdat ze zo licht geloofd worden en omdat ze dus op zeer korte tijd
de reputatie van iemand helemaal de grond kunnen inboren.
Daarenboven
zetten ze hun mannen vaak onder druk ”maatregelen” te nemen, waardoor ze ook hun mannen, die niet beter vragen
dan afzijdig te mogen blijven, betrekken in hun roddels. En zo komen we dan tot situaties waarin een ganse buurt optreedt
tegen een of ander medeburger die verdacht wordt van de meest perverse misdaden.
Kritiek
is ook een zeer efficiënte vorm van sociale controle, omdat vrouwen weten dat, als ze iets verkeerds doen, er achter hun rug
kritiek zal op geleverd worden. Ze zullen dus permanent hun houding afstellen op wat de andere vrouwen van hen verwachten.
Hieruit
komt dan ook een andere, en zeer belangrijke reden voor kwaadsprekerij voort: wraak. We zien vaak dat de grootste slachtoffers
ervan juist die mensen (meestal vrouwen) zijn die zich afzijdig houden. De roddeltantes willen hiermee de ”zondares”
terug in het gelid brengen door haar afzijdigheid te sanctioneren. Vooral als dit niet lukt en er dus een zeker mate van minachting
wordt tentoongespreid tegenover hun roddel kunnen ze zeer venijnig uit de hoek komen en ontaardt hun geroddel vaak in regelrechte
laster. De typische vrouwelijke boulevardbladen zijn er meester in dit op grote schaal toe te passen en ze laten ons deze
chantagetechniek dan ook door een vergrootglas zien.
De Rituele
klacht
Wanneer
vrouwen converseren blijken hun gesprekken vaak een opeenvolging van klachten te zijn. Ze beklagen zich over hun werk, hun
man, hun kinderen enz. Wanneer een vrouw iets vertelt zal de andere dadelijk een soortgelijke ervaring opdiepen (of zelfs
fantaseren) om te laten verstaan dat de eerste niet alleen staat met haar probleem.
Waaruit
weer zware discussies voortkomen tussen man en vrouw. Mijnheer zal zeggen dat zijn vrouw geen reden had de vuile was van het
gezin naar buiten te brengen, terwijl mevrouw zal vinden dat dit helemaal geen kwaad kon, dat ze niets verkeerd zegde en enkel
inpikte op wat een ander zei. Mannen staren zich blind op de inhoud, die hier inderdaad niets ter zake doet, vrouwen staren
zich blind op het solidariteitsgevoel dat eruit voortkomt, zelfs als dit gaat ten koste van roddel.
Er
speelt hier dan ook een andere factor mee: de klacht is vaak enkel ritueel. Voor veel vrouwen is klagen gewoon een vorm van
sociaal verkeer, een soort ”kletsen”. Het is het oppervlakkig converseren over koetjes en kalfjes dat ieder gesprek
en iedere sociale omgang in gang zet, en zonder hetwelk het onmogelijk is sociale contacten te leggen. Voor vrouwen is de
inhoud van de dialoog dus niet belangrijk, wel het sociale contact die hij genereert. De inhoud van hun klacht is dan ook
vaak maar bijzaak. Hoofdzaak is het opgeroepen solidariteitsgevoel.
Vrouwen
verwachten in hun gesprekken zelfs dat de toehoorder hen steunt in hun klacht, dat hij of zij ook een dergelijke ervaring
meedeelt. Wanneer deze dit niet doet voelen ze zich in de rug geschoten. Het verbreekt de band die ontstaat door hun gezamenlijke
ervaring.
Mannen
stellen dan ook steeds opnieuw vast dat vrouwen, wanneer ze naar andermans klacht luisteren, zo snel mogelijk een soortgelijk
voorval uit hun eigen leefwereld willen op tafel gooien. Mannen aanzien dit als een gebrek aan bereidheid te luisteren vanwege
vrouwen. Vrouwengesprekken komen daarom op mannen vaak over als gesprekken van navelstaarders die enkel in hun eigen persoontje
geïnteresseerd zijn, of hoogstens in de kwaaltjes van anderen. Maar zelfs als het onderwerp andermans kwaaltjes is, zullen
ze (in mannenogen) nog trachten zo snel mogelijk het laken weer naar zich toe te trekken.
Dit
ritueel klagen en deze uitingen van vrouwelijke solidariteit komen dan ook op mannen vaak over als eeuwige ontevredenheid
en ook als achterklap. Mannen weten (of denken te weten) immers dat hun vrouw achter hun rug ook vaak over hen zal klagen
in dergelijke gesprekken. Ze voelen zich verongelijkt en denken dat ze toch niets goed kunnen doen. Daarom trekken ze zich
vaak terug uit het gesprek als vrouwen op de klagerstoer gaan.
Mannen
zullen daarom meestal weigeren aan deze gewoonte deel te nemen. Vandaar dat vrouwen vaak vinden dat mannen weinig inlevingsvermogen
hebben. Mannen verkiezen echter hun solidariteit te bouwen op andere factoren dan klagen en ze minachten zelfs deze ”roddel”.
Ze vinden dat als je niets beters hebt om over te praten, je beter je mond houdt. Het is voor een vrouw dan ook niet erg aan
te raden tegen een man te klagen als het niet ernstig is.
Daarenboven
heeft ritueel klagen voor gevolg dat mannen de klacht van een vrouw vaak niet ernstig meer opnemen (”ze is altijd bezig
met klagen”, ”ze klaagt nogal graag”...). Dit verklaart waarom sommige mannen hun vrouw niet ernstig nemen
als ze er bvb. over klaagt dat ze teveel werk heeft. Hij zet deze klacht dat ze teveel werk heeft op hetzelfde niveau als
wanneer ze ontevreden is omdat de kapper 5 minuten te laat aan haar begonnen is, of omdat de kat een kommetje met melk heeft
omgestoten. Gezien hij alleen klaagt als het ernstig is zijn voor hem alle klachten even belangrijk, en wanneer zijn vrouw
voor zo'n futiliteit al klaagt, hoe dan weten wanneer het ernstig is? Temeer daar vrouwen zelfs voor zo'n beuzelarijen doen
of de wereld vergaat (zie ook Beuzelarijen). Als hij daarentegen aan al haar klachten aandacht zou besteden, dan zou hij tenslotte
niets anders meer doen dan dat.
Komt
daar nog bij dat een vrouw dan misschien wel altijd klaagt, maar dat ze toch het werk doet. Dus zal het allemaal wel niet
zo ernstig zijn. Wanneer het immers bij hem echt eenstig is gaat hij niet verder voor een oplossing gevonden is. Zij doet
dat dus wel, en wanneer zij, ondanks alles, toch verder doet, kan hij hieruit enkel maar concluderen dat het allemaal zo'n
vaart niet zal lopen en dat hij het gerust kan negeren. Het gaat in zijn ogen immers weer eens over ”ze heeft haar klaaguurtje”.
Aansluiten
We
zagen reeds dat vrouwen weinig structuur brengen in hun gesprekken. Mannen ergeren zich dan ook dood aan het pingpongen waar
vrouwen zich vaak schuldig aan maken: ze gaan niet in op wat de ander zei, maar brengen zelf iets aan dat er slechts van verre
mee te maken heeft.
We
komen dan tot gesprekken die lopen als:
”Verdorie,
dat is lang geleden”
”Ja, ik ben op vakantie geweest”
”Ik ook, naar Benidorm”
”Wij zaten in Kreta”
"Mijn broer ging vorig jaar ook naar Kreta, maar dit jaar heeft hij Turkije gekozen”
Ieder
antwoord verandert hier van onderwerp, en nooit wordt ingegaan op wat de ander zegt. Dergelijk ”pingpongen” is
typisch voor de vrouwelijke ”oppervlakkige” (= sociale) gesprekken en het is voor bijna alle mannen een voortdurende
bron van ergernis in hun gesprekken met vrouwen. Het bevestigt in hun ogen dat vrouwen altijd zelf aan het woord willen zijn
en nooit bereid zijn te luisteren.
Een
vrouw die met een man wil praten doet er dan ook goed aan niet van de hak op de tak te springen. Structuur houden in een gesprek
is voor vrouwen echter meestal een onmogelijke opgave, omdat ze meer intuïtief praten en niet letten op de (meer verstandelijk
geregelde) ”inhoudstafel” van het gesprek waar mannen zo’n belang aan hechten.
Mannen
ergeren zich hier vaak dood aan. Terwijl vrouwen praten om te genieten van het samenzijn, en de inhoud bijzaak is, praten
mannen vooral om iets mee te delen. Als er dus niet binnen de kortste termijn een boodschap overgezonden wordt, zullen mannen
afhaken.
Ook
het totale gebrek aan structuur (”kletsen om te kletsen”) stoot hen geweldig af. Mannen veranderen immers meestal
pas van onderwerp als beide partijen hierop uitgekeken zijn.