Idealen
Twee Franse edellieden, beiden uitstekende schutters, hebben besloten een revolverduel
uit te vechten. Zoals de regels voorzien gaan ze rug tegen rug staan, vertrekken ze samen, moeten 20 passen zetten en zich
dan omdraaien om zo snel mogelijk de ander neer te knallen. Wanneer een van beide echter tot 18 heeft geteld draait hij zich
om en schiet de ander in de rug.
Vertel bovenstaand verhaal aan een vrouw en vraag haar wat ze ervan vindt, negen kansen op tien zal ze de man die als
eerste schoot dan misschien geen gelijk geven, maar ze zal hem toch begrijpen en niet helemaal afkeuren. Het ging immers
om zijn leven, en het is in vrouwenogen normaal dat men dit ten koste van alles verdedigt.
Een man zal er echter anders tegenaan kijken. Volgens hem is de persoon die eerst schoot een lafaard, een verrader,
die zich niet aan de regels hield en die derhalve eerloos zijn slag thuishaalde. Sommigen zullen begrip opbrengen voor hem,
maar (bijna) allen zullen ze hem afkeuren omdat ze van mening zijn dat hij, door het duel te aanvaarden, wist welk risico
hij liep en dus verplicht was zich aan de regels te houden. En we zagen reeds hoe belangrijk regels zijn in mannenogen en
welk belang mannen hechten aan het nakomen ervan.
In Guantanamo, de Amerikaanse basis op Cuba, is een soldaat gestorven. Tijdens
het onderzoek blijkt dat de man het slachtoffer is geworden van een strafexpeditie, die opgedragen werd door de kampcommandant,
Jessep, een zeer autoritair man met hoge principes. De soldaten die de opdracht uitvoerden komen voor de krijgsraad.
Dit is de samenvatting van de film ”A Few Good Men”, en wie wil weten wat ”eer”,
”plicht” en ”discipline” voor een man betekenen moet zeker deze film eens gaan zien. Nergens wordt
zo duidelijk gemaakt volgens welke principes mannen leven en met welke ideeën ze opgevoed worden, hoewel natuurlijk de realiteit
niet zo extreem is, behalve dan misschien in eliteregimenten bij het leger en bij andere organisaties waar principes hoog
in het vaandel worden gevoerd. Maar alle mannen hebben in zich wel een basis van deze ”beginselen”, en ze leven
er allen min of meer naar.
Hoewel mannen zeer sterk op hun onafhankelijkheid staan zullen ze deze dan ook vaak opofferen in naam
van ”het hoger belang” of ”de ploeg”. Mannen stellen de eer, de regels van het spel, boven alles en
ze zijn bereid hun leven te geven in naam van dit hogere ideaal. Ze zijn in de loop der tijden hiertoe getraind omdat zonder
deze ”idealisering” geen enkele man bereid zou zijn te vechten voor zijn gezin, laat staan zijn land, volk of
ideaal (wat de machthebbers niet goed zou uitkomen). Mannen zijn ook meer bereid zich aan te passen in naam of in het voordeel
van een groter geheel.
Vrouwen zullen zoiets zelden doen. Het zal zeer moeilijk, zoniet onmogelijk zijn, vrouwen naar de oorlog
te laten trekken in naam van een abstract begrip als godsdienst of vaderland. Vrouwen zetten zich echter enorm in, en zijn
tot alles bereid, voor een persoon die ze verafgoden. De aanbidding van sommige vrouwen voor een man in de kijker is vaak
hysterisch. Denken we maar eens aan de manier waarop Hitler of de Beatles vrouwen het hoofd konden laten verliezen. Zoiets
is dan weer onmogelijk bij mannen. Waar mannen dus voor ideeën door de knieën gaan, doen vrouwen het voor personen.
Voor abstracte begrippen zijn vrouwen echter nauwelijks warm te krijgen. Wanneer ze zich toch voor
een ideaal inzetten dan is het bijna steeds omdat hun man/vriend hiervoor vecht en omdat ze zichzelf volledig geven voor de
man waarvan ze houden. Houden ze de week daarop van een ander die er een tegengestelde mening op nahoudt dan draaien ze als
een windhaan mee. Het dient gezegd dat veel vrouwen tegenwoordig er wel een eigen mening op nahouden, maar om zo te zeggen
allemaal zijn ze bereid dit ideaal op te offeren aan hun liefde.
We zagen tenandere goed het verschil tussen beide geslachten op de grote anti-raketbetogingen van de
jaren ’80. Waar de mannen met principes schermden als daar waren ”een einde maken aan de koude oorlog” waren
de vrouwen veel praktischer. In hun leuzen klonk vooral bezorgdheid door over het lot van hun kinderen.
Wanneer het er echter om gaat een persoonlijke relatie te verdedigen (hun gezin of een persoon waar
ze naar opzien bvb.), dan zal de inzet en de kracht waarmee de vrouw vecht niet onderdoen voor die van een man die strijdt
voor zijn ideaal. Wanneer de mannen ”krijgertje spelen” zijn de vrouwen om te overleven dan ook verplicht op hun
manier ”mee te vechten”. Ze zijn op zo'n momenten tot dezelfde heldendaden in staat als mannen. De vrouwen die
tijdens de tweede wereldoorlog in het Belgische verzet vochten deden dit echter niet zozeer in naam van ”de vrijheid”.
Hun belangrijkste motivatie was meer praktisch, namelijk het heroveren van een leefbare wereld voor hun medemensen. Bij sommigen
werkte ook ”hun koning”, een persoon waar ze zich nauw bij betrokken voelden, sterk motiverend.
Waar mannen dus hun persoon vaak in dienst stellen van een hoger ideaal zijn er bij vrouwen twee mogelijkheden
als het over abstracte principes gaat. Ofwel vinden ze het onderwerp niet belangrijk genoeg om er zich druk in te maken (vandaar
de desinteresse van veel vrouwen voor politiek) en zijn ze van mening dat er belangrijker zaken zijn in het leven (kinderen,
relaties). Ofwel houden ze obstinaat vast aan de mening die ze zich gevormd hebben (of die ze van iemand anders overgenomen
hebben), vaak tegen alle regels van de logica in.
Deze mogelijkheid zich in te zetten voor hogere idealen of een abstract begrip speelt ook in de bedrijfswereld
in het voordeel van mannen. Een vrouw is niet warm te maken voor ”DE FIRMA”. Ze zal nooit haar gezin achterstellen
op zoiets abstracts. Ze zal slechts uiterst zelden bereid zijn er speciaal voor te verhuizen, zeker niet als haar kinderen
ermee in moeilijkheden kunnen geraken (problemen met aanpassen aan school, te vaak moeten nieuwe vriendjes maken). Mannen
kunnen dit wel, en ze doen het ook. Het is zelfs helemaal niet moeilijk mannen het gevoel aan te praten dat ze tot een groter
en machtig geheel behoren.
Hierdoor is de bedrijfsleiding bij een man meer dan bij een vrouw verzekerd van de trouw aan het bedrijf
en het saamhorigheidsgevoel dat nu eenmaal nodig is om als één man op te treden tegen de concurrentie. Vrouwen kunnen zich
dan weer enorm inzetten voor een baas waar ze ontzag voor hebben. We zien in zo'n geval een motivatie en opofferingsgeest
die niet hoeft onder te doen voor die van hun mannelijke collega's. Maar hun gezin zal, tenzij ze een relatie krijgen met
die chef, steeds op de eerste plaats blijven staan.
We moeten hier wel zeggen dat we het hier duidelijk niet hebben over de steeds talrijker vrouwen die,
om carrière te maken, zich aangepast hebben aan de mannenwereld en alle saamhorigheidsgevoel kwijtgeraakt zijn. We spreken
hier over de gemiddelde vrouw die nog steeds haar ”vrouwelijke” eigenschappen behouden heeft.
Tenslotte zal een vrouw ook niet, zoals een man, bereid zijn alles te doen om vooruit te komen. Seks
gebruiken is van oudsher een vrouwelijk wapen geweest, dat ze hebben leren gebruiken als dit nodig was, en daar is de weerstand
dan ook kleiner tegen. Maar een vrouw zal, veel minder dan een man, bereid zijn haar eigenheid, haar hobby's, haar gezondheid,
haar leven op te offeren om vooruit te geraken in het bedrijf, laat staan haar partner en zeker haar kinderen. ”Je gaat
slapen met het bedrijf en je staat op met het bedrijf’ is een leuze die men vrouwen slechts zeer moeilijk kan aanpraten.
Ook dit maakt voor een bedrijf een man interessanter om aan te werven, omdat de inzet en de bereidheid zich op te offeren
veel groter zijn bij mannen dan bij vrouwen.
Geld is niet belangrijk
Vrouwen halen ook vaak als reden voor hun kleinere carrièrekansen aan dat ze er minder tijd voor hebben
omdat ze ook thuis nog tot over hun oren in het werk zitten. Het is echter opvallend dat ook ongehuwde vrouwen (die dus een
veel kleinere gezinslast hebben) niet zoveel méér carrière maken dan mannen.
Op die "dubbele dagtaak" komen we nog terug later. Feit is dat vrouwen minder uren spenderen
in hun werkkring (en dus minder interessant zijn voor hun werkgever).
We stellen immers vast dat vrouwen geld minder belangrijk vinden dan mannen, tenminste wanneer ze het zelf
moeten verdienen. Voor hun partner vinden ze het echter primordiaal. Ze zijn dan ook, in vergelijking met mannen, niet
zo sterk geneigd promotie te maken. Vrouwen bekloegen er zich vroeger (terecht) over dat ze minder hoge salarissen ontvingen
dan mannen. Eén van de redenen hiervoor was (en is) dat vrouwen minder werken dan mannen. Maar daar gaan we verder in dit
hoofdstuk nog op in.
Een andere reden is dat vrouwen hun werkgevers minder onder druk zetten omdat ze minder veeleisend
zijn en omdat voor
hen het salaris maar een deel is van de voldoening die ze ontvangen uit hun beroep. De menselijke contacten zijn echter zeker
zo belangrijk. Vrouwen halen hun beroepsvoldoening voor een groot deel uit de omgeving waarin ze werken. Ze zijn zeer gevoelig
voor de sfeer en de collega's.
Een vrouw die voor de keuze staat ”moederziel alleen in een lokaal werken en meer verdienen” of ”tussen
collega's zitten en minder verdienen” zal bijna steeds voor het tweede kiezen, een man voor het eerste. Voor een man
is zijn salaris immers dé norm waarmee hij zijn beroep beoordeelt. Daarom zal hij sneller geneigd zijn loonsverhoging te vragen
(iets wat vrouwen veel minder vaak doen) of promotie te maken.
Vrouwen appreciëren het ook een ”goede baas” te hebben. Voor een vrouw is een welgemeend persoonlijk compliment
dan ook zeker zo belangrijk als een premie, maar spijtig genoeg moeten ze deze aanmoediging vaak missen, ofwel omdat hun mannelijke
collega's of bazen er gewoon niet aan denken, ofwel omdat bazen niet weten welk belang een vrouw hieraan hecht, maar vooral
omdat de bedrijfsmentaliteit (concurrentie is the must) nu eenmaal niet erg op positieve commentaren is ingesteld. Veel vrouwen
vinden hierdoor dan ook dat ze uit hun beroep minder voldoening puren dan wat er in zit.
Komt daar nog bij dat, waar een baas bij een mannelijke werknemer al sneller aan een premie of loonsverhoging zal denken,
hij zich bij een vrouw vaak beperkt tot een complimentje.
Beslissen
Mannelijke bedrijfsleiders die een beslissing moeten nemen doen dit zelden of nooit door er de menselijke
aspecten van de zaak bij te betrekken. ”Waar staat de mens in dit alles” is een vraag die mannelijke managers
zich nooit stellen, maar vrouwelijke des te meer. Ook dit feit, dat vrouwen zich niet zo gemakkelijk als mannen kunnen losmaken
van de menselijke aspecten van hun beslissingen, speelt in hun nadeel. Ze zullen hierdoor (in mannenogen wel te verstaan)
vaak niet ”doortastend” genoeg optreden.
Zoals we reeds zagen zullen vrouwen, wanneer ze een probleem overdenken, ook met veel meer factoren
rekening houden. Hierdoor zullen ze meer twijfelen, duurt hun besluitvorming langer en komen ze, eens te meer, over als besluiteloos
en zwak. Mannen halen uit een massa gegevens die informatie die ze belangrijk achten en daarmee werken ze voort. Ook is er
een deel van de informatie waarvoor ze totaal blind zijn. Zo zullen ze nooit informatie (willen) zien die niet overeenkomt
met de regels waarin ze geloven. Ze pakken dus in feite een deel van het probleem aan en negeren al de rest. En bij die rest behoort bijna steeds de menselijke
kant van de zaak.
Vrouwen houden daarentegen met alles rekening, waardoor ze dan weer door de bomen vaak het bos niet
meer zien. Ook zien ze veel meer factoren die in rekening moeten gebracht worden. Maar dat lossen ze meestal op door er, soms
urenlang en herhaaldelijk, over te praten. Dit praten laat hen toe stilaan meer en meer klaar te zien in het probleem en het
tenslotte nog op te lossen ook.
Hun conclusies zijn dan ook vaak veel evenwichtiger dan die van mannen. In vergaderingen komt men hierdoor
soms voor (in mannenogen) rare verrassingen te staan. Zo kan het gebeuren dat mannen uren zitten te zwammen over een probleem.
Zogauw er echter een vrouw bij betrokken wordt blijkt dan plots duidelijk dat het probleem in feite niet bestaat, mits men
maar rekening houdt met andere factoren dan die welke de mannen in overweging hadden genomen. Meestal echter lukt het hen
zelfs dan nog niet het op te lossen, omdat mannen moeilijk (voor zichzelf en voor de buitenwereld) kunnen toegeven dat ze
in een verkeerd straatje gesukkeld waren. Vaak is immers niet de oplossing verkeerd, maar wel de vraagstelling.
Dikwijls echter komt de vrouwenoplossing te laat, of is ze te complex, omdat het belangrijke en het
bijkomstige niet van elkaar gescheiden werden. We mogen dus beweren dat vrouwen dieper op de zaken ingaan dan mannen, dat
ze meer aspecten in rekening brengen, en dat ze hierdoor vaak ”andere wegen” bewandelen. Anderzijds zullen mannen
het probleem vaak oplossen door enkel het essentiële in rekening te brengen. Er is dus nauwelijks een gebied in de bedrijfswereld
waar mannen en vrouwen elkaar zo goed aanvullen als bij het oplossen van problemen. Het is dan ook een mooi voorbeeld van
hoe beide stijlen weliswaar kunnen verschillen, maar daarom niet minder waard zijn dan de andere. Naargelang de situatie is
nu eens de vrouwelijke, dan weer de mannelijke stijl de meest aangewezen.
Anderzijds zijn vrouwen dan weer geboren sociale onderhandelaars. Waar mannen, zeker in een sociaal
overleg, elkaar de loef willen afsteken en absoluut willen winnen, zullen vrouwen rustig met alle argumenten rekening houden
en ze één na één elimineren. Niet voor niets hadden alle partijen tijdens het SABENA-failliet zoveel ontzag voor Inge Vervotte
: ze was een harde maar faire onderhandelaarster die luisterde naar wat de anderen te vertellen hadden, en ze zocht niet ten
koste van alles haar grote gelijk.
Andere factoren
Vrouwen staan in een vergadering in een zwakkere positie omdat ze door hun zachte stem niet bekwaam zijn boven de (mannen)discussies
uit te komen om hun mening te verkondigen. Vrouwen geven hierdoor dan ook vaak de indruk dat ze geen ideeën hebben. Daarenboven
komen ze hierdoor over als teruggetrokken en onvoldoende agressief.
Zoals we nog zullen zien zijn vrouwen ook nogal snel geneigd zich in discussies met mannen op de achtergrond te houden,
zelfs al zijn ze de meest bekwame. Ook dit heeft natuurlijk voor gevolg dat ze als ”minder competent” overkomen.
Ook zijn mannen, meer dan vrouwen bereid risico's te nemen (we zagen reeds dat mannan ”avontuurlijker”
zijn), en ook dit is vaak een positief punt als het op promoties aankomt. Wie het meest waagt is immers ook vaak degene die
het meest kan winnen (of verliezen, maar dat nemen mannen er wel bij).
Tenslotte is een man doelbewuster in zijn sociale contacten. Wanneer een vrouw twee afspraken heeft op hetzelfde
uur kan ze 2 wegen uit : ofwel datgene kiezen dat haar relationeel het meest opbrengt of waar ze zich het beste
bij voelt, ofwel de eerste afspraak nakomen omdat ze de persoon in kwestie niet wil kwetsen door hem te zeggen dat ze
een later gemaakte afspraak voorrang geeft. Een man zal in zo'n geval bijna altijd die afspraak nakomen die hem het meeste
bijbrengt, hem het meest vooruitbrengt.
Leer de regels!
Alle hiervoor beschreven factoren zorgen ervoor dat vrouwen niet ”voldoen” aan de eisen
die de bedrijfswereld stelt. De belangrijkste reden waarom vrouwen moeilijk van de grond komen in hun carrière is echter gelegen
in het feit dat vrouwen niet op de hoogte zijn van de spelregels die onder mannen gelden, hoe mannen redeneren en hoe de mannenwereld
in elkaar zit.
Een bedrijf wordt nog steeds op een vooral mannelijke manier gerund en slechts weinig vrouwen hebben
moeite gedaan zich te verdiepen in een studie over dit onderwerp. Hierdoor vervielen ze vaak in zelfbeklag en gedroegen
ze zich vaak op totaal inadequate wijze, wat dan weer voor gevolg had dat de mannelijke vooroordelen werden versterkt zodat
de mannen zich op hun beurt ingroeven in hun loopgraven.
Een vrouw echter die weet hoe haar mannelijke collega's redeneren en met elkaar omgaan, zal het veel
gemakkelijker hebben de intriges die zich ontspinnen en de manoeuvres die plaatsgrijpen te begrijpen en ze zal er zich gemakkelijker
tegen kunnen verdedigen.
Veel vrouwen van de jongste generaties zijn gelukkig wel opgegroeid met een inzicht hierin, omdat ze
van hun moeders (subjectieve) informatie kregen over hoe deze behandeld werden en hoe het er op hun werkplaats aan toe ging.
Deze jonge vrouwen zullen het dan ook al wat gemakkelijker hebben om vooruit te geraken.
Spijtig genoeg gaat hiermee echter een mooie kans verloren het bedrijfsleven wat menselijker te maken.
Om in de jungle te overleven nemen veel vrouwen immers de (slechte) gewoonten van mannen over, liever dan hun waarde te bewijzen
en hun eigenheid te behouden. Vrouwen verliezen hierbij wat hen het meest waardevol maakt en ze verloochenen zichzelf. En
ook het bedrijfsleven verliest erbij.
We zagen ook dat mannen elkaar dood kunnen concurreren, maar als dit nodig is ‘s anderendaags
toch perfect kunnen samenwerken. Vrouwen kunnen eveneens als een concurrent aanzien worden, maar ook zij kunnen, als het nodig
blijkt, onmiddellijk daarop als een volwaardige partner aanvaard worden door de man.
Steeds opnieuw stellen we echter vast dat de vrouw deze samenwerking afwijst. Ze gelooft er niet
in. Ze denkt dat, gezien ze zelf vaak niet bekwaam is een streep te trekken onder het verleden, ook de man dit niet kan. Hierdoor
plaatst ze zich steeds meer buiten de bedrijfsgemeenschap, naargelang ze hoger op de ladder klimt en een voortdurend langere
lijst verslagen concurrenten achter zich laat. Vrouwen maken het mannen door deze halsstarrigheid tenandere vaak onmogelijk
met hen samen te werken. Ze wantrouwen of weigeren iets wat voor de man evenwel doodnormaal is.
Een eigen weg zoeken
Nochtans bewijzen vrouwen die hun eigen weg gingen, dat het mogelijk is ook in een mannenomgeving ver
te geraken. Niets belet een vrouw bvb. om, naar mannenvoorbeeld, haar eigen netwerk van connecties op te bouwen binnen het
bedrijf. Het zal voorkomen dat ze veel tijd steekt in het opzoeken van informatie die ze gemakkelijk uit de mond van iemand
kan vernemen.
Een zeer groot gevaar voor een vrouw is echter dat ze een bevoorrechte relatie krijgt met een superieur.
De beschuldiging de maîtresse van een hogergeplaatste te zijn en via deze man carrière te maken ligt dan immers voor het oprapen.
Vooral ambitieuze vrouwen durven wel eens toegeven aan de lokroep van een dergelijke relatie. Vrouwen ontkennen dat zoiets gebeurt, maar elk bedrijf heeft wel talrijke voorbeelden binnen
zijn muren van vrouwen die via het bed aan hun betrekking of functie zijn geraakt (maar wel minder dan mannen graag zouden
geloven).
Veel voordeel haalt zo'n vrouw echter niet uit haar relatie. Ze mag er immers zeker van zijn dat deze
man haar laat vallen wanneer het zijn eigen carrière zou kunnen schaden. Voor zijn superieuren en zijn gelijken is deze vrouw
immers niet meer dan een omhooggevallen bediende. Nochtans is de kans dat ”overspel” een carrière zou breken relatief
klein omdat veel van zijn superieuren hetzelfde doen, en ze dus voor elkaar moeten zwijgen. De collega's van de vrouw aanzien
haar dan weer als een verraadster. Een vrouw die op zo’n aanbod ingaat plaatst zich dan ook volledig buiten elke vorm
van sociaal contact binnen het bedrijf.
Daarenboven kan een vrouw die op die manier carrière maakt ervan verzekerd zijn dat ze al haar (mannelijke)
ondergeschikten tegen zich zal krijgen en dat deze alles zullen doen om haar op haar bek te doen vallen. Het is namelijk een
feit dat mannen snel geneigd zijn een vrouw die carrière maakt ervan te beschuldigen dat ze het te danken heeft aan het bed.
Mannelijke ondergeschikten zullen niet snel van een vrouw toegeven dat ze haar plaats te danken heeft
aan haar bekwaamheid. Vooral als ze mooi is heeft ze het zeer moeilijk de aandacht te vestigen op haar bekwaamheden. Mannen
merken deze gewoon niet op, ze vormen een blinde vlek. Een meer ”gewoon type” zal het daarentegen gemakkelijker
hebben om haar capaciteiten aanvaard te krijgen.
Zeker wanneer de carrière zeer snel gaat en de vrouw hen voorbijschiet mag ze zich aan de meest lage
achterklap verwachten. Het geeft de mannen immers een excuus voor hun tekortschieten. Mannen aanzien gebruik maken van seks
om promotie te maken ook als oneerlijke concurrentie, omdat de vrouw een methode gebruikt die voor hen onbereikbaar is. Het
is dan ook niet moeilijk in te zien welke de reactie zal zijn wanneer de beschuldiging nog waar blijkt te zijn ook. Mooie
bekwame vrouwen hebben het zo al moeilijk genoeg om aanvaard te worden wanneer ze carrière willen maken, en vrouwen die via
het bed promotie maken bevestigen enkel maar de mannelijke vooroordelen. Onnodig te zeggen dat ze hun seksegenoten een slechte
dienst bewijzen.
En waar staat de man daarin?
Vrouwen houden van een man waar ze tegenop kunnen zien en ze willen dat hun man minstens hun gelijke
is. Daarenboven houden ze van de man in de kijker, de man die maatschappelijk succesvol is. Er zijn bijna geen vrouwen die
gedurende langere tijd aanvaarden dat hun echtgenoot een lagere sociale of professionele status heeft dan zij.
Relaties waar de man de mindere is lopen dan ook binnen de kortste keren op de klippen. Dit heeft voor
gevolg dat een vrouw die carrière maakt een enorme belasting betekent voor haar partner. Hij staat voortdurend onder druk
het minstens even goed te doen als zij. Veel mannen die niet geïnteresseerd zijn in promotie worden er dan ook op die manier
door hun vrouw toe gedwongen. Telkens zij een sport hoger klimt, moet hij op zijn beurt ook omhoog.
Daarenboven hebben mannen er in een relatie behoefte aan te weten dat ze nodig zijn. We komen daar
later nog op terug. Laten we er ons hier toe beperken te zeggen dat een man die niet het gevoel heeft dat iemand hem nodig
heeft, snel zijn interesse in de relatie zal verliezen. En hoe kan een man zich nuttig voelen wanneer zijn vrouw hem voortdurend
laat merken dat ze ”zelfstandig genoeg is” om het zonder hem te rooien?
Er zijn dan ook verscheidene redenen waarom veel mannen het zo moeilijk hebben met het feit dat hun
partner professionele ambities heeft:
·
Ze voelen zich overbodig
·
Ze twijfelen of ze wel zullen meekunnen. Het ergste dat een
man kan overkomen is immers dat zijn vrouw wel en hij niet meer vooruit geraakt op de maatschappelijke ladder. Op dat moment
mag hij er donder op zeggen dat hij zal gedumpt worden.
·
Ze worden verplicht tot zaken waar ze geen zin in hebben
(teveel promotie maken)
·
Hun leven wordt geregeerd door factoren buiten henzelf (de
carrière van hun vrouw).
·
Ze kunnen niemand boven zich verdragen, zeker wanneer dit
iemand uit hun naaste omgeving is. Dat komt immers in botsing met hun hiërarchische natuur. Dit facet zorgt er zelfs voor
dat de meeste mannen zich niet tevreden stellen met een ”gelijk opgaan” met hun vrouw. Nee, ze willen sneller
vooruit, ze willen meer en vaker promotie maken, ze willen hoger klimmen dan zij. Zeker dit is enorm stresserend en jaagt
veel mannen recht naar het hartinfarct.
Met mannen heb ik geen probleem
Uit gesprekken die ik had
met meerdere vrouwelijke kaderleden van alle niveaus bleek echter een voor mij totaal onverwacht patroon naar boven te komen.
Allen garandeerden ze me dat ze liever met mannen dan met vrouwen werken en allen gaven ze me dezelfde redenen op. Wat volgt
is dus geen inventaris van mannelijke vooroordelen, wel een, uit vrouwelijke mond opgetekende, opsomming van tegenkantingen
en problemen:
· Je kan moeilijker op een vrouw dan op een man rekenen. Een
man die half ziek is komt nog werken, vrouwen blijven vaak thuis voor een eenvoudige verkoudheid.
·
Vrouwen zijn
enorm jaloers wanneer een seksegenote carrière maakt. Vooral wanneer ze een collega, die kort tevoren nog naast hen aan het
bureel zat, plots omhoog zien schieten, wordt deze vaak van de ene op de andere dag gewoon genegeerd en op alle mogelijke
manieren geboycot en zwart gemaakt. Ze brak immers de solidariteitscharter. Herinner u de krabbemand.
·
Vrouwen zijn
veel heimelijker. Mannen zullen in discussie treden, ze zullen de ”onbekwaamheid” van de nieuwe chef proberen
aan te tonen (ze kan nu eenmaal van de ene dag op de andere niet alles kennen), maar ze zullen het steeds openlijk doen. Vrouwen
niet. Daar moet je voortdurend voor op je hoede zijn, zoniet steken ze je een dolk in de rug. Met vrouwen kan je je niet zo
veilig voelen.
·
Mannen zijn
hulpvaardiger, vrouwen egoïstischer. Wanneer je als chef problemen hebt, of tot over je oren in het werk zit, zal een man
al snel aanbieden om een deel van je werk over te nemen of je erbij te helpen. We zullen nog zien (PROBLEMEN ZIJN ER OM OPGELOST
TE WORDEN) dat dit kan kloppen, want mannen helpen inderdaad graag. Vrouwen blijven liever in hun hoekje zitten, moeien zich
niet en doen of ze van niets weten. Vrouwen moet je vragen of opdrachten geven, maar uit zichzelf doen ze niets om de situatie
in de dienst te verbeteren.
·
Wat ze wel
allemaal zegden (onafhankelijk van elkaar) is dat het ergste wat iemand kan overkomen is baas te zin van een pool vrouwen
(telefonisten, dactylo’s). Er heerst namelijk een enorme concurrentie onder de vrouwen. Een mooie collega haalt zich
al snel de jaloezie van de ”minder begunstigden” op de hals, een vrouw die regelmatig met nieuwe kleren komt werken
wordt als ”pretentieus” afgezonderd. Ook de aandacht die je als chef aan ieder van je ondergeschikten besteedt
wordt nauwkeurig in het oog gehouden.
·
Wat een vrouwelijk
kaderlid wel voor heeft op haar mannelijke collega is dat er bij haar niet, zoals bij een man, onder de vrouwen een permanente
strijd woedt om diens aandacht. Als vrouw moet ze zelf wel zeer goed opletten dat ze haar aandacht niet onevenredig verdeelt
onder haar ondergeschikten, zeker wanneer het mannen zijn.
·
Wat ook enorm
moeilijk is, zeggen ze, is wanneer je als nieuw kaderlid terechtkomt onder een man, die zijn bureel heeft tussen zijn personeel.
In iedere dienst is er namelijk wel een vrouwelijke bediende die ”kort” bij deze chef staat (ze is er verliefd
op, hij heeft een boontje voor haar...). Een vrouw die als kaderlid terechtkomt in zo’n dienst plaatst zich in feite
tussen beiden omdat zij plots de ”bevoorrechte” gesprekspartner wordt van dit mannelijk kader. Het is met haar,
en niet met zijn vroegere ”vriendin” dat hij het meest contact zal hebben, en dit kan wel eens aanleiding geven tot buien van jaloezie.
Vrouwen zullen, wanneer ze
dit om dienstredenen moeten doen, naar goedkopere
restaurants gaan en kleinere auto’s
huren dan hun mannelijke collega’s. Vrouwen dienen
dan ook gemiddeld lagere kostennota’s
in dan mannen.
Hoe ver het mannelijke
gebrek aan kritisch vermogen en de blindheid bij de opvolging van ”(economische) wetten” wel gaan, blijkt duidelijk
uit het feit dat mannelijke managers zich een hartinfarct werken voor hun bedrijf. Totnogtoe is geen enkele topmanager op
het idee gekomen dat het voor het bedrijf wel eens beter zou kunnen zijn als hij en al zijn personeelsleden het wat kalmer
aan zouden doen. Geen enkel bedrijf heeft immers iets te winnen bij een manager of personeel
die ziek zijn.