Van Huis
Weg
Mannen blijven levenslang kinderen, die
van de rokken van hun moeder naar die van hun echtgenote overgaan. Ze willen, wanneer ze het ouderlijk huis verlaten, de geborgenheid,
verzorging en liefde die ze van hun moeder ontvingen niet kwijtraken. Verzorgd worden is voor bijna alle mannen het belangrijkste
in hun leven. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom mannen een relatie aangaan en gaan samenwonen of huwen. Seks komt,
wat vrouwen ook mogen denken, pas op de derde plaats op het mannelijke prioriteitenlijstje in hun leven (ook werk komt er
nog voor).
Eens de studies achter de rug zal de man
dus proberen ”onder dak” te zijn. Hij zal ervoor zorgen zo snel mogelijk gehuwd te zijn of samen te wonen. Met
deze steun in de rug kan hij zich dan volop werpen op het opbouwen van zijn carrière. Zonder vrouw om gedeeltelijk zijn huishouden
te beredderen (strijk, koken, was...) heeft hij hier minder tijd voor, tenzij hij alles uitbesteedt.
We moeten hier wel vermelden dat gezinnen
waar man en vrouw volledig gezamenlijk het huishouden doen natuurlijk buiten de opmerkingen van dit artikel vallen. We hebben
het hier duidelijk over de situatie waarin de vrouw het grootste deel van de huishoudelijke taken op zich genomen heeft. Bij
tweeverdieners zal dit vaak gebeuren in de periode met kleine kinderen, wanneer de vrouw minder aandacht zal schenken aan
haar professioneel leven, maar des te meer aan haar kinderen.
Mannen leggen zich
in de beginperiode vaak volledig toe op hun beroep en niet zoals hun vrouw graag zou hebben, op haar of op haar gezinnetje. Voor een man is zijn gezin een deel van zijn leven.
Een belangrijk deel, maar niet het enige. Ook zijn hobby's en zijn beroep zijn immers van zeer groot belang voor hem.
Een carrière
Jonge mannen hebben immers behoefte aan
iets om voor te leven. Ze willen zich nuttig voelen. Voor een deel voldoet hun gezin aan de nodige vereisten, maar toch volstaat
dit niet. Mannen hebben er immers ook een enorme behoefte aan iets te "doen". Ze willen in actie zijn, iets presteren, iets
produceren. Daarom gaan de meeste mannen enorm op in hun werk en is succes in hun beroepsleven belangrijker dan succes in
hun relatie (bij vrouwen is het vaak omgekeerd). Voor de meeste mannen is hun werk zeker zo belangrijk als hun gezin, en als
ze tussen beiden moeten kiezen zullen ze (behalve in het prille begin van hun relatie) zelden weten waar hun voorkeur naar
uitgaat.
Een man in die leeftijdsgroep (25-35 jaar)
die moet kiezen tussen enerzijds een passionant beroep dat hem weinig tijd overlaat voor zijn gezin, en anderzijds een minder
passionant beroep met veel tijd voor het gezin zal meestal voor het eerste kiezen, zelfs al gaat zijn relatie er zwaar onder
lijden. Gelukkig voor ons is de situatie in West Europa nog niet zo erg als in de Verenigde Staten en Japan, maar ook bij
ons zijn de meeste jonge mannen in de eerste plaats met hun job gehuwd en pas daarna met hun vrouw.
Een man is er immers heilig van overtuigd
dat hij hard moet werken, dat hij zich sterk moet inzetten voor zijn beroep, want anders... Het ”anders” krijgt
vaak geen vervolg, vooral bij mannen die genoeg verdienen om volledig alleen hun gezin een voldoende hoge levensstandaard
te garanderen. We zullen dan maar zelf proberen wat meer klaarheid te brengen in de redenen waarom jonge mannen hun mooiste
jaren vergooien aan een bedrijf dat hen misschien later aan de deur zal zetten.
Eén reden voor deze werkdrang is natuurlijk
de christelijke cultuur die leert dat de mens moet werken in het zweet zijns aanschijns. Een man wordt dan ook vaak voortgedreven
door dit ”men moet”.
Een tweede reden is dat veel mannen nog
steeds opgevoed worden met de boodschap dat het gezin op hen moet kunnen rekenen. Het is, alle emancipatie ten spijt, nog
steeds hij die in laatste instantie als de belangrijkste kostwinner van het gezin wordt aanzien, ook door zijn vrouw. Je weet
immers maar nooit of zijn vrouw haar job niet zal willen opgeven of verminderen om de kinderen op te voeden.
Mannen die opgebracht werden met de boodschap
dat ook zij de mogelijkheid hebben thuis te blijven om de kinderen op te voeden (op papier dan toch) zijn zeldzame vogels.
Voor mannen is een beroepsloopbaan zo vanzelfsprekend dat de alternatieven nooit aan bod komen in hun opvoeding . Ook later zullen ze dan ook nauwelijks met deze mogelijkheid rekening houden, en als
ze het doen zal hun vrouw daar vaak een stokje voorsteken. Maar daar komen we later nog op terug.
Als derde reden speelt ook het feit een
rol dat hun behoefte om in actie te zijn zo sterk is dat ze ze niet in vraag stellen. Ze kunnen zich gewoonweg geen leven
inbeelden zonder werken. Mannen beoordelen elkaar en zichzelf in de eerste plaats aan de hand van hun beroep en van wat ze
reeds gepresteerd hebben. Let er de volgende keer dat een man zich aan je voorstelt maar eens op hoe hij dit doet. Bijna zeker
begint hij met te zeggen welk beroep hij uitoefent.
Het is niet voor niets dat mannen, wanneer
ze ontslagen worden, hier veel vaker een depressie aan overhouden dan vrouwen. Hun wereld stort in, hun bestaansreden valt
weg, hun levensdoel verdwijnt ermee! Mannen zijn vaak beperkter dan vrouwen als het erop aankomt hun tijd in te vullen. Waar
vrouwen huis en tuin, gezin, Chinees koken en werk hebben, komen voor een man enkel zijn werk en een hobby (politiek, voetbal,
kaarten...) in aanmerking als tijdverdrijf.
Voor een man ook is zijn salaris dé norm
waarmee hij zijn beroep beoordeelt. Het laat hem immers toe macht en status uit te stralen, en zoals we weten is dit enorm
belangrijk in mannenogen. Een slechtbetaalde baan schenkt hem dan ook weinig voldoening, zodat hij er alles voor zal doen
beter betaald te worden. Dit kan door loonsverhoging te vragen (wat vrouwen veel minder vaak doen) of door promotie te maken.
Tenslotte komt de sterke behoefte aan werk
ook nog voort uit het feit dat mannen over het algemeen veel houden van hun beroep. En zelfs als dit niet helemaal het geval
is, dan nog proberen mannen er zich zoveel mogelijk voor in te zetten en hun taak zo goed mogelijk uit te voeren.
De job vervangt
het gezin
Mannen willen dus iets presteren, iets
verwezenlijken, en hun beroep maakt hun dit mogelijk. Het is pas als een man voelt dat hij geen enkele controle heeft over
zijn arbeid, dat hij zijn interesse verliest, en dat zijn job hem koud zal laten. Vaak raakt hij hierdoor tenandere zwaar
gedeprimeerd. Zolang hij daarentegen in zijn beroep ergens zelf de touwtjes in handen heeft, al was het maar in een klein
detail, dan zal hij zich daarop vastpinnen en dit als ”troost” gebruiken.
Nog een reden waarom een man zich op zijn
job werpt is zijn eergevoel en zijn vrees tekort te schieten. Mannen hebben schrik dat, als ze niet voldoende verdienen (of
werkloos worden), hun vrouw hen zal verlaten. Deze vrees is niet irreëel want het blijkt dat een plotse inkomstenval van de
man voor vrouwen in het begin van hun huwelijk een belangrijker reden tot echtscheiding is dan onvruchtbaarheid van de man.
Is de vrouw jonger dan 30 en is de man naar haar zin te lang werkloos, dan zal ze hem bijna steeds verlaten. De drang naar
veiligheid is inderdaad enorm sterk en overvleugelt dan altijd de liefde.
Nochtans is het zo dat een man die op dat
moment door zijn vrouw gesteund wordt veel sneller terug werk vindt en snel de moeilijke periode vergeet. Confrontatie van
werkloosheids- en echtscheidingsstatistieken bewijst echter dat slechts zeer weinig jonge vrouwen (met of zonder
kinderen) hiertoe bereid zijn.
Een vrouw met een werkloze man zal veel
begrip moeten opbrengen voor het bange kind in hem en ze zal, meer dan haar lief is, als bliksemafleider dienen voor zijn
gevoelens . Mannen kennen, zoals we nog zullen zien, immers maar één manier om hun gevoelens te
uiten: woede. Achter de woede zit echter een diepgewortelde angst niet meer te voldoen en haar kwijt te spelen. In feite kan
je zeggen dat hoe meer hij woedend is, hoe meer hij schrik heeft, en hoe meer hij aan zijn partner gehecht is. Raar maar waar.
Het dient ook gezegd dat mannen op dit
gebied meer geduld hebben. Een vrouw die werkloos wordt wordt door haar man veel gemakkelijker aanvaard. Ergens houden vrouwen
dus nog steeds sterk vast aan de idee dat het in de eerste plaats de man is die de eindverantwoordelijkheid voor de inkomsten
van het gezin draagt. Vrouwen kunnen ook zeer moeilijk de idee verwerken dat ze zelf voor het gezin moeten opdraaien, terwijl
het hun man is die parttime gaat werken om bij de kinderen te blijven.
Een andere reden waarom een man zich op
zijn job werpt is dat hij zich op zijn werk vaak veel nuttiger voelt dan thuis. Hij voelt er zich meer mee verbonden. Vaak
hebben mannen de indruk dat ze thuis buiten alle gezinszaken gehouden worden. Het is enkel wanneer er problemen zijn dat ze
erbij betrokken worden, en dan is het meestal nog om de boeman uit te hangen tegenover hun kinderen. Te vaak dringen vrouwen
de vader van hun kinderen in dit rollenpatroon omdat ze er heilig van overtuigd zijn dat de rest van de gebeurtenissen hem
toch niet interesseert. Dit is de zo gehate "moeder-kind-samenzwering" waar we ook nog op terug gaan komen.
Gevolg is dat mannen enkel negatieve ervaringen
met hun kinderen hebben. Niet te verwonderen dus dat ze zo weinig plezier beleven aan het opgroeien van hun kroost. Nochtans
betekent het feit dat vaders in vergelijking met hun vrouwen inderdaad niet zo sterk opgaan in hun gezin nog niet dat ze er
helemaal buiten gehouden willen worden.
Nu is het anderzijds ook een feit dat te
sterke verbondenheid met het gezin in mannenogen eveneens niet al te positief bekeken wordt. Een vader die intens meeleeft
met zijn gezin wordt door andere mannen immers vaak als een mislukkeling aanzien. In de ogen van de meeste mannen kan een
man namelijk alleen dan veel belang hechten aan iets anders dan zijn werk als hij het in zijn job toch niet kan waarmaken.
In hun ogen werpt hij zich dan maar ”uit pure miserie” op zijn gezin (of hobby). Volgens hen zal hij ”het
nooit maken”.
De meeste mannen kunnen er gewoonweg met
hun verstand niet bij dat een andere man er een alternatieve waardeschaal op nahoudt waarin werk slechts op de tweede plaats
komt, en menselijke relaties op de eerste. Spijtig genoeg moeten we ook vaststellen dat de laatste tijd steeds meer vrouwen
er dezelfde ideeën op na beginnen te houden, juist nu mannen eindelijk de andere kant van het bestaan leren kennen.
Even in mijn
agenda kijken
Uit deze carrièredrang komt zelfs een van
de grootste drama’s van het moderne jonge gezin voort: ze zijn gehuwd met elkaar, maar zijn voorts totaal vreemden voor
elkaar. Zowel de man als de vrouw hebben een bloeiende carrière en werpen er zich vol overgave op. Wanneer hij niet moet overwerken
moet zij het wel en omgekeerd. Daarenboven hebben ze beiden nog een hoop ”goede vrienden” van de sport- en andere
clubs waar ze lid van zijn, en waarmee ze dus (afzonderlijk of gezamenlijk) sociale
contacten onderhouden, vooral met het oog op hun carrière.
Gevolg is dat ze bijna nooit samen thuis
zijn en dat ze nooit tijd voor elkaar vinden. Ze vinden altijd tijd voor afspraken met iedereen, hebben tijd te over voor
golf-, fitness- of tennisclub, maar vinden nooit ook maar één ogenblik vrij voor elkaar. Men vraagt zich vaak af waarom ze
gehuwd zijn of gingen samenwonen.
Veel koppels delen dan ook nauwelijks nog
intimiteit en voor seks is één maal per maand dan ook zowat het maximum dat ze kunnen bereiken, snel, tussen de golfclub
en de voorbereiding van de vergadering morgen in.
Onnodig te zeggen dat vooral de man hier
na een tijdje genoeg van krijgt en zijn vrouw verwijt dat ze ”het niet genoeg doet”. Mannen vinden namelijk dat,
wanneer er onvoldoende seks is, het steeds de vrouw is die de beperkende factor is. Zelf zullen ze niet zo snel toegeven dat
ook zij vaak hun prioriteiten anders leggen. Ze zien dus wel de keren dat hun partner zegt ”vandaag heb ik aerobic”,
maar niet de keren dat zij zeggen ”vandaag kan ik niet thuisblijven want ik heb een belangrijk zakendiner”.
Deze mannen vinden zich dus tekortgedaan
door hun vrouw. Eerst zullen ze er gewoon nu en dan een opmerking over maken, dan lenen ze in de bibliotheek boeken uit over
seksuele technieken en geven deze aan hun vrouw te lezen, en tenslotte gaan ze resoluut over het muurtje bij de buurman kijken
of daar niets ”gewilligers” te vinden is. Resultaat : echtscheiding en een vrouw die zich afvraagt of één maal
per maand dan echt zo weinig was.
Vechten
Mannen zijn echter nog niet tevreden met
hard te werken, nee, ze trachten ook nog promotie te maken. Veel mannen werken zich dan ook een hartinfarct voor een bevordering.
In de eerste plaats hopen ze hierdoor interessanter werk te krijgen. Ze menen dat verantwoordelijkheid dragen hun job passionanter
zal maken. Ze vergeten echter dat hoe meer beslissingen ze moeten nemen, hoe vaker het gebeurt dat iemand boven hen denkt
dat hij het beter weet. Gevolg is dat ze steeds gefrustreerder raken door hogerop de ladder te klimmen. Daarenboven hangt
het als een zwaard van Damocles boven hun hoofd dat ze de verkeerde beslissing nemen waardoor ze wel eens sneller beneden
kunnen staan dan ze gedacht hadden.
Een tweede reden is hun hiërarchisch georiënteerde
geest. Mannen kunnen zich geen wereld inbeelden zonder hoger of lager geplaatsten. Ze zijn voortdurend op zoek naar manieren
om zo hoog mogelijk op de ladder te raken. Hoewel ze wel houden van de concurrentie die dit meebrengt maakt deze strijd hen
evenwel ook ongerust. Ze moeten immers voortdurend in het oog houden van wie ze het meest te duchten hebben, en ze spenderen
slapeloze nachten aan het uitvinden van manieren om hun naaste concurrenten te verslaan. Een man verspilt dan ook een groot
deel van zijn energie, tijd en mogelijkheden in het verslaan van concurrenten van alle slag die bovendien voor een deel enkel
maar in zijn hoofd zijn promotie belagen.
De derde reden waarom mannen promotie willen
maken is voor vrouwen vaak het meest onbegrijpelijk. Mannen denken dat ze promotie moeten maken omdat dat moet. Je kan niet
anders volgens hen, je kan nu eenmaal niet géén promotie maken. Vraag hen niet waarom, het is zo. En zoals we zagen hebben
mannen niet altijd logische argumenten nodig om zich in te zetten. Principes voldoen hiervoor meestal uitstekend.
Waarschijnlijk komt deze idee voort uit
een biologische bron. In de natuur vechten mannetjes onder elkaar om met een wijfje of een ganse harem te kunnen paren. Hoe
hoger het mannetje in de hiërarchie geraakt, hoe meer hij zijn genen kan verspreiden. Dus eist het dier in de man dat hij
hogerop gaat.
Ook is de concurrentiestrijd die een promotie
meebrengt een restant van het jachtinstinct van de man. Waar hij er niet meer alle dagen met pijl en boog op uittrekt om een
mammoet te schieten, moet hij dit instinct elders kwijtraken. Waarop kan dan beter gejaagd worden dan op rijkdom, aanzien
of macht? De beurs kloppen, een concurrent inmaken, voldoende geld verdienen om een dure wagen te kopen, alles is in feite
een overwinning, niet meer op een dier, maar op een medemens of op een uitdaging. In eerste en laatste instantie is en blijft
het echter steeds het binnenhalen van een prooi.
Het is ook een restant van de krijger in
de man. Waar hij zijn tegenstander niet meer met een speer of een geweer kan afmaken (behalve in de Verenigde Staten, waar
de maatschappij op dit gebied nog zeer primitief en weinig geëvolueerd is), doet hij het met geld, status, succes. Het oorlogsterrein
is verlegd van de jungle naar het kantoor. Maar op beide plaatsen gaat het er even meedogenloos aan toe. Een soldaat is immers
een vechtmachine die opgeleid is om te winnen, niet om te verliezen.
Tenslotte menen mannen ook dat het niet
volstaat dat het gezin kan leven, het moet ook goed kunnen leven. Ze willen dat hun gezin zoals dat van de buren de auto kan
kopen waarvoor op TV reclame wordt gemaakt, ze willen dat hun gezin op reis kan naar de stad waar de overburen juist vandaan
komen, kortom, ze proberen gelijke tred te houden met een maatschappij die erop gericht is dit voor iedereen onmogelijk te
maken. Mannen worden dus door hun opvoeding opgezadeld met het in onze westerse maatschappij tot heilige koe verheven principe
dat men nooit genoeg heeft, altijd vooruit moet en steeds meer kan gebruiken. Ook hun partner zal hen hierbij onder druk zetten
(vrouwen zijn namelijk materialistischer dan mannen).
Ook proberen ze een buffer te vormen tegen
slechte tijden. Vermits hun beveiliging groter is naargelang ze meer verdienen is ook dit een reden om het hogerop te zoeken.
Vrouwen hebben van de financiële argumenten minder last omdat ze niet het stringente plichtsbewustzijn hebben ingelepeld gekregen
dat het gezin op hen moet kunnen rekenen en dat de levensstandaard van het gezin in de eerste plaats hun verantwoordelijkheid
is.
Status
Wanneer vrouwen die elkaar niet kennen
zich aan elkaar voorstellen doen ze dit steeds aan de hand van hun familiale toestand. Ze zeggen of ze gehuwd zijn en hoeveel
kinderen ze hebben. Het eerste wat een man daarentegen in zo'n geval vermeldt is zijn beroep. Mannen beoordelen elkaar immers
aan de hand van hun plaats op de maatschappelijke ladder en van wat ze bereikt hebben in het leven. Een man moet, wil hij
geapprecieerd worden door andere mannen, immers ”iets presteren”, ”iets bereiken”, ”iemand zijn”.
Ook dit is een stimulans om promotie te
maken: respect afdwingen bij andere mannen (en ook bij vrouwen, denken ze). De status van de man staat of valt met datgene
waarmee hij naar buiten treedt (een blitse auto, veel geld...). Heeft hij dit niet, dan voelt hij zich een mislukkeling. De
andere mannen zullen meestal hetzelfde over hem denken en hierdoor dit zelfbeeld bevestigen. Een man van die leeftijd ziet
carrière immers als zo belangrijk dat hij zich nauwelijks of niet realiseert dat er daarnaast nog iets anders bestaat. Mislukt
hij in zijn carrière dan denkt hij volledig mislukt te zijn. Eén promotie missen volstaat al om hem dit gevoel te geven. Vrouwen
daarentegen weten dat de wereld breder is dan enkel het beroepsleven, en ze zouden een zeer belangrijke maatschappelijke rol
spelen als ze de mannen hiervan zouden kunnen overtuigen.
Mannen baseren status immers niet op bekwaamheden
maar wel op prestaties. Dat betekent dat iemand die zijn leven lang studeert maar slechts een lager baantje heeft, nauwelijks
hun achting krijgt, terwijl iemand die goed met de ellebogen kan werken en veel promotie maakt, daarentegen hoog aangeslagen
wordt. Verderop deze artikelenreeks zullen we dit nog meermaals tegenkomen en de termen ”bekwaamheid” en ”prestaties”
door elkaar gebruiken. We moeten hierbij echter voortdurend in het oog houden dat voor een man wat hij kan wel belangrijk
is, niet zozeer omdat hij dit van zichzelf weet, maar wel doordat en omdat hij dit aan anderen kan tonen.
Maar niet alleen bij mannen wordt met prestaties
respect afgedwongen: de succesvolle man valt ook beter in de smaak van de vrouwen. Macht en status werken namelijk sterk erotisch
op vrouwen. En vermits een man in de smaak wil vallen bij vrouwen zorgt hij ervoor voldoende status te verwerven.
Komt daar nog bij dat, hoewel bij vrouwen
bekwaamheid en maatschappelijke positie meer in evenwicht zijn, als het erop aankomt iemand te beoordelen, ook bij hen de
sociale plaats van de man primeert boven de capaciteiten van de vrouw. De vrouw van een dokter staat ook in vrouwenogen hoger
aangeschreven dan die van een arbeider, zelfs als beide vrouwen dezelfde studies hebben gedaan of hetzelfde beroep uitoefenen.
Nog steeds straalt een deel van de achting die een man verdient, op zijn vrouw af. De zeldzame ”hogere” vrouw
die met een ”lagere” man gehuwd is, betaalt dit dan ook voor een deel door statusverlies : "ze kon beter krijgen
en toch pakte ze zich maar een ....". Ook vrouwen jagen dus hun man op om ”vooruit te komen”.
Gevolg van deze promotie- en prestatiedrang
en deze verslaafdheid aan werk is dat mannen in hun jonge jaren veel mooie zaken missen. Carrière maken kost veel inspanning
en eist alle aandacht op. Er schiet weinig tijd over voor andere zaken. De meeste carrièremakers kennen dan ook nauwelijks
hun eigen kinderen (iets wat ze zich later meestal zwaar beklagen). Ze spenderen thuis uren aan werk dat ze meegenomen hebben
van op de firma, of kloppen eindeloze overuren. En, zoals gezegd, ze spenderen slapeloze nachten aan de concurrentiestrijd.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel
mannen in die periode aan de lopende band maagzweren en hartinfarcten kweken. Maar ze hebben het ervoor over. Ze genieten
echt van deze jaren, haar strijd en overwinningen en ze hebben er veel voldoening van als ze een zaak tot een goed einde hebben
gebracht. Ze zijn fier op hun prestaties en op hun creaties.
Hoewel sommige vrouwen zich in deze periode
vaak verwaarloosd voelen, toch zijn ze meestal even trots als hun man. Op voorwaarde dan wel dat ze er ook een graantje mogen
van meepikken. Vrouwen aanvaarden nooit, ook niet in deze levensfase van hun man, dat ze ergens buiten staan of buiten gehouden
worden. Ze willen dat een deel van de glans van hun man op hen afstraalt. De vrouw zijn van een General Manager maakt haar
immers op haar beurt belangrijk in de ogen van haar vriendinnen. Meestal genieten vrouwen dan ook mee van de opgang van hun
mannen.
Temeer daar ze in die periode volop in
de kleine kinderen zitten en dus zelf niet voluit kunnen gaan in hun beroep. Door de promotie van hun man zien ze zichzelf
omhooggaan. Ze vinden dat het voor een deel ook door hen is dat hij promotie maakt. En dit is volkomen terecht, want zonder
een vrouw achter zich die hem (logistiek en emotioneel) steunt en bij wie hij na de strijd tot rust kan komen, staat de man
nergens in de jungle die hij zichzelf geschapen heeft.
Vrouwen voelen zich evenwel niet gelukkig
in zo’n huwelijk en ze hebben er problemen mee dat ze voor hun man slechts op de tweede plaats komen. Desondanks halen
ze het niet in hun hoofd te scheiden omdat de glamour van hun status hen even onherroepelijk aantrekt als licht dit doet bij
een mot. Het aantal echtscheidingen van topmanagers is dan ook bijzonder klein, het aantal gelukkige huwelijken ook. Daarenboven
ziet de raad van bestuur ook niet graag een echtscheiding in haar bedrijfstop, omdat ze vreest dat de aandacht in die periode
niet meer voor 100% aan het bedrijf toekomt. Scheiden betekent daarom vaak een
definitieve blokkade naar een topfunctie.
Maar alles bij elkaar zijn ook mannen niet
volledig gelukkig met hun promotiedrang. Ze willen steeds meer, steeds hoger. Bevrediging is er nooit bij, omdat onze maatschappij
nu eenmaal draait op het creëren van steeds nieuwe behoeften. En dus komt vroeg of laat de ontnuchtering. Wij kennen ze beter
onder de naam ”midlifecrisis”, en verderop dit hoofdstuk gaan we er nog dieper op in.
Het weze hier terloops vermeld dat mannen
vaak diep gekwetst worden in deze periode en dat ze, hoewel ze zich stoer voordoen, vaak goed de hulp en steun van hun echtgenote
kunnen gebruiken. Dikwijls worden ze immers over het hoofd gesprongen bij een promotie, of slagen ze er niet in een opdracht
tot een goed einde te brengen. Hoewel het een periode van hard vechten is, is het dus ook vaak een periode van groot verdriet,
dat echter zelden naar buiten komt omdat dit ”niet mannelijk is”. De Sturm Und Drangperiode is voor een man derhalve
een tijd van grote hoogten en laagten, van pieken van grote voldoening, maar ook van dalen van grote ontgoocheling.
In
de opvoeding van vrouwen komt dit tenandere ook niet aan bod.