Een Ego als een Huis
Ik ben een redelijk zachtaardig man, maar wel wat men in het frans "une soupe au lait" noemt, een "opvliegend ventje"
dus. Maar even snel gekalmeerd als ik uitgevlogen ben.
Ik ben ook redelijk evenwichtig en stabiel, heb een redelijk goed zelfbeeld, heb weinig of geen behoefte aan menselijk
contact, hoewel ik enorm geniet van een goed gesprek. Iemand waarmee het klikt daar heb ik dus wel enorm veel plezier
van.
Ik ben niet uit mijn evenwicht te brengen door slecht bedoelde negatieve opmerkingen, maar ik hou erg veel rekening met
gefundeerde en dus geargumenteerde kritiek. Ik zal, als ik die correct vind, ook proberen in functie hiervan te handelen.
Ik heb heel veel zelfspot en neem mezelf helemaal niet au sérieux, hoewel dat zeker niet betekent dat ik over me heen
laat lopen, integendeel. Iedereen die ooit met me in contact is geweest heeft als belangrijkste herinnering dat "ik gene gemakkelijke
moet zijn om mee om te gaan".
Dat is waar en niet waar. Als ik in iets geloof dan verdedig ik het ook, tegen alles en iedereen in. Ik kom dus steeds
voor mijn mening uit (als ik de persoon tenminste de moeite waard vind) en word hierdoor alleen al door mijn superieuren gevreesd
en gerespecteerd. Anderzijds moet men ook met serieuze argumenten voor de dag komen om me van mening te doen veranderen, maar
ik ben geen koppigaard : als die argumenten logisch in elkaar zitten, duidelijk gefundeerd zijn, dan pas ik zonder probleem
mijn mening aan. Ik weet heel goed dat niks zwart of wit is, dat alles genuanceerd moet worden.
Een Autoritair Manneke
Ik ben een overtuigd anarchist, wat betekent dat ik overtuigd ben dat hiërarchie in een ideale maatschappij niet hoeft
te bestaan. Alleen : we leven niet in zo'n maatschappij. Professioneel en privé probeer ik wel om zo vrij mogelijk te zijn,
en mijn superieuren hebben hier soms wel eens problemen mee.
Ik aanvaard zonder problemen hiërarchie die gebaseerd is op kennis en prestaties, maar hiërarchie die voortkomt uit anciëniteit
en zeker degene die voortkomt uit "politiek" of ellebogenwerk, daar spuw ik op.
Omdat ik discipline van buitenaf haat en de wereld niet kan draaien zonder discipline, heb ik deze vervangen door zelfdiscipline.
Ik heb mezelf dan ook opgescheept met een ijzeren plichtsbewustzijn, die me vaak belet te relativeren, mezelf op
de eerste plaats te zetten of iets "minder goed te doen".
Anderzijds ben ik ook geen perfectionist. Ik hou van goed uitgevoerd werk, maar ik maak steeds een soort "kosten-baten-analyse"
op zodat ik mag zeggen dat ik over het algemeen "de beste kwaliteit lever in verhouding tot de gedane inspanning"
Ik ben enerzijds erg democratisch en anderzijds zeer autoritair. Dat lijkt contradictoir maar het is het niet. Ik
geef de mensen heel veel vrijheid omdat ik dat zelf ook verlang. Van mij krijgt iedereen krediet. Ik reken op de "beroepsfierheid"
en het plichtsbewustzijn van de personen die ik moet "laten werken" of van mijn gezin. Zie ik dat ze onbekwaam zijn hun vrijheid
te gebruiken of dat ze ze zelfs misbruiken, dan verander ik in een erg autoritair man die zeer strikte regels opleg.
Professioneel is het eerste wat ik dan ook doe als ik ergens iets overneem alle controles op het personeel afschaffen, wel
te verstaan met de nodige uitleg wat er gebeurt bij misbruik en ik blijf wel de zaken in het oog houden en volgen.
En wees gerust, ze weten het. Over het algemeen hoef ik niets te zeggen, enkel rechtop vanachter mijn bureel stilzwijgend
in de richting van "mijn" personeel kijken volstaat al. Als je geen officiële autoriteit hebt is dat niet zo
gemakkelijk, neem dat maar van me aan.
Maar ik kan ze ook wel begeesteren en als het nodig is peptalk verkopen.
Totnogtoe heb ik hier altijd positieve resultaten mee behaald, hoewel mijn superieuren me dat steeds verwijten en ongeduldig
zitten te wachten op het moment dat ze "gelijk krijgen" en ik op mijn bek ga. Tot de dag van vandaag heb ik hen
echter dat genoegen nog niet kunnen geven.
Ik ben ook heel hard. Straf is straf bv, en mijn kinderen waren daar niet steeds blij om (mijn subje ten andere ook niet),
hoewel ik wel genade voor recht laat gaan.
Geen Ambitie
Ik ben helemaal niet machtsgeil of ambitieus, integendeel. Professioneel heb ik altijd een evenwicht nagestreefd tussen
mijn beroep en mijn "eigen leven". Hoewel ik vroeger nu en dan wel eens tot middernacht moest werken, toch is dat altijd een
uitzondering gebleven. Mijn 9-to-5 job is me heilig, zeer tot ongenoegen van mijn hiërarchie die me vaak onder druk zette
om een promotie aan te nemen. Ik heb dit steeds geweigerd omdat ik als kaderlid 24 uur op 24 ter beschikking zou staan van
mijn werkgever en op elk moment door hem kon opgeroepen worden.
Daarom heb ik er altijd op gestaan gewoon bediende te blijven, hoewel ik lange tijd dienstdoend diensthoofd ben
geweest. Maar ik wou die titel nooit officieel hebben, enkel de facto. Liever er niet voor betaald worden dan er mijn privéleven
bij in te schieten.
Ik heb recent nog eens een promotie geweigerd, maar ditmaal zonder dat ik er kaderlid voor moest worden. Ik was
al 5 jaar iemand aan het opleiden om mijn opvolging op zich te kunnen nemen en toen men me de promotie aanbood (hoofd van
een zeer belangrijke sectie in een dienst) heb ik geweigerd om die jongen de kans te geven zijn carrière uit te bouwen. Ik
had het niet nodig, voor hem was het een ideale springplank.
Mentor
Ik heb ook verscheidene malen bedienden "van me" toegelaten met mijn voorstellen of werk in het daglicht te komen,
niet omdat ik het zelf niet durfde, maar wel om hen de kans te geven zich te profileren. Ikzelf blijf dan op de achtergrond
toezien en grijp (ongezien) in als ze verkeerd dreigen te gaan.
Ik vind dit nog steeds een goede manier om iemand's mentor te zijn : plaats hem voor het probleem, de verantwoordelijkheid,
maar wees present om de zaken recht te trekken als hij een fout maakt of om deze te voorkomen als verbetering niet meer
mogelijk zou zijn. Wees steeds aanwezig om raad te geven ook, maar dring deze niet op.
Dat laatste is privé wel een zwak punt van me : ik wil altijd helpen, raad geven. Onlangs zei me nog iemand dat ze zich
bevaderd voelde door me. En ik moet toegeven dat ik inderdaad geen verdriet kan zien, geen persoon die iets zou willen leren.
Want dan komt mijn pathologische drang naar boven die persoon te gaan "helpen", zijn (meestal haar) mentor en guru te worden.
Maar daar heb ik in het stukje over mijn Pygmalioncomplex al over gepraat. Kortom : ik hoop altijd maar dat iemand mijn raad
en hulp inroept en als dat niet gebeurt schuif ik mezelf wel naar voor opdat ze zouden weten dat ik "beschikbaar ben" om te
luisteren en te helpen. Erg hoor, je zo met andermans leven willen moeien.
Hoewel ik wel moet toegeven dat ik inderdaad geniet van al dat raad geven, helpen enz, en dat daar zeker, naast het hulpvaardig
en nuttig zijn, ook wel een beetje het feit meespeelt dat naar me geluisterd wordt, naar me opgekeken wordt zelfs soms.
En natuurlijk ben ik fier als het "resultaat er mag zijn". Dan is dat mijn "kunstwerk" bij manier van spreken waarop
ik even fier ben als een trainer wanneer zijn atleet een medaille behaalt of een kunstenaar wanneer zijn meesterwerk een prijs
wint. Jaja, ik voel me graag belangrijk ook, maar dan niet voor een groep, wel voor een individu.
Een Bedeesde Twijfelaar
Ik heb heel vaak in enkele seconden zeer doortastende beslissingen moeten nemen in mijn beroep, maar privé ben ik een
echte twijfelaar. Doordat ik altijd pro en contra tegen mekaar afweeg kan ik heel moeilijk tot een beslissing komen op
belangrijke (en vaak ook onbelangrijke) gebieden. Tenslotte neem ik ze dan wel, maar ook daarna blijft de twijfel : "was
het wel de juiste ?".
Ik ben ook een erg bedeesd man. In een groep voel ik me helemaal niet thuis. Ik voel me enkel goed in een één-één-relatie,
een gesprek met 2 dus. Mijn grootste hel zijn recepties en dergelijke. Ik sta dan opzij, over mijn glas appelsiesap gebogen,
te wachten tot ik ongezien kan vluchten.
Tenzij ik met iemand alleen aan de babbel geraak (op zijn initiatief dan wel). Maar zelf kan ik daartoe niet komen. Ik
verdrink gewoon in een groep, kan mezelf er niet profileren of zelfs maar manifesteren. Vandaar dat ik ook in chatrooms geen
hoge ogen gooi : ik kan niet op tegen woordenkramelaars.
Maar ik voel me bv erg aangetrokken tot bedeesde mensen. Want die hebben meestal een erg rijk intern leven en gezien
ik graag over gevoelens praat (vooral die van de ander) vind ik zo'n persoon "ontdekken" altijd een heel evenement. Kwatongen
beweren wel eens dat ik zo'n mensen opzoek omdat ik me daar "meer" bij voel, maar dat is echt niet waar. Ik heb geen behoefte
anderen te "overheersen", ik wil wel absoluut op gelijke voet staan met mijn gesprekspartner of zelfs eronder als hij ergens
in gespecialiseerd is.
Ook ben ik iemand die enkel serieuze gesprekken kan voeren. Smalltalk is zeker niet mijn sterkste punt, sociaal praten
heb ik helemaal niet onder de knie. Ik denk altijd dat ik iets serieus moet opwerpen als onderwerp, en dat is niet zo eenvoudig
als het lijkt. Op veel mensen kom ik dan ook over als een saaie, veel te serieuze piet.
Die bedeesdheid heeft ook voor gevolg dat ik me zeker niet wil "opdringen". Wanneer dus één of ander werk moet gedaan
worden bij mij thuis dan zal ik niet enkel lang wachten voor ik beslis om iemand aan te spreken, maar ik zal ook "geduldig"
wachten tot ze het komen uitvoeren. Bellen om te vragen hoe het zit doe ik zelden. Omdat ik het niet goed durf en ook,
maar vooral, om me niet op te dringen. "Ik ben immers niet hun enige klant" denk ik dan. Ook niet steeds zo positief
natuurlijk.
Een luiwammes met verstand
Ik ben dan wel bedeesd, maar ik steek mijn licht toch niet onder de korenmaat. Ik pronk graag met mijn kennis, zonder
er echter mee te koop te lopen. Een nederig man ben ik dus zeker niet, ik ben zelfs niet vrij te pleiten van een zekere ijdelheid.
Hoewel ook hier weer : enkel tegenover mensen die ik de moeite vind. De anderen mogen me gerust voor een nitwit nemen.
Ik aanzie mezelf niet als superintelligent maar ik ben ook niet dom. Op sommige gebieden ben ik echter een absolute nul
: techniek zegt me niks en ik ken er spijtig genoeg ook niets van. Dat mijn auto op benzine rijdt is zowat het toppunt van
mijn technisch vernuft.
Ik ben gek op quizzen, maar nam nooit officieel aan één deel, omdat ik weer geen behoefte heb om publiek te tonen
wat ik waard ben. Ten andere, de meeste TV-quizzen worden gemonopoliseerd door een klein groepje "beroepsquizzers" waar
je toch niet tegenop kan. Daarenboven hou ik ook niet van ploegquizzen, ik doe het liever als eenling. Dus buiten een quiz
van de hondenclub van mijn vrouw ben ik het nooit gaan zoeken.
Doordat ik technisch niet onderlegd ben, ben ik ook begiftigd met 2 linkerhanden. Zelfs een nagel inkloppen slaagt pas
na herhaalde, vaak pijnlijke, mislukkingen. Ik doe dan ook nauwelijks iets "fysieks" in huis. Gevolg is dat ik ook heel
snel moe ben als ik toch nu en dan eens ergens moet helpen (hoewel mijn hartproblemen daar ook wel voor veel tussen zitten).
Kortom : me uit mijn zetel krijgen, mijn inertie overwinnen, is zowat het moeilijkste dat er bestaat. Vandaar waarschijnlijk
ook dat ik niet liever dan thuiszit. Ik kom wel graag buiten, daar niet van, maar het initiatief moet van anderen komen,
ik moet meegetrokken worden, meer zelfs, bij voorkeur thuis afgehaald. Maar omdat dat laatste nog nooit gebeurd is ben ik
niet vaak weg ;-)
Ik hou niet van reizen, heb een hekel aan hotels, maar vlieg wel graag. Ik ga dan ook zelden of nooit op vacantie. Mijn
vrouw ging alleen. Alleen om zeer belangrijke archeologische sites te bezoeken wil ik nog wel een stap buiten zetten. Ik heb
altijd gezegd dat ik, voor ik sterf, graag 5 zaken zou gezien hebben : Egypte, China, Mexico, Rome/Pompei en Griekenland.
Totnogtoe zijn alleen de 2 laatste al doorgegaan. Van de rest zal waarschijnlijk nooit meer iets komen vrees ik.
Want ik ben een zeer voorzichtig mens, té voorzichtig zelfs. Ik neem geen risico's. Egypte met zijn klassieke turista
en aanslagen valt dus al af. Mexico en China blijven over maar daar zou ik dan wel een georganiseerde reis willen die
enkel op kultuur is gebaseerd en niet op toeristische evenementen als daar zijn het klassieke bezoek aan de lokale pottenbakkerij
of de "vrije namiddag voor shopping ..." Want dan verveel ik me gewoon dood.
Ik ben ook geen plantrekker, integendeel. Zet me in het centrum van Antwerpen, ik zou zelfs niet thuisgeraken. Ik ben
echt iemand die "onder de vleugels" moet genomen worden als het aankomt op zaken die ik niet gewoon ben. Doordat ik nooit
buitenkom is de buitenwereld voor mij erg vreemd, complex en angstaanjagend. Ik weet in omstandigheden die ik niet gewoon
ben dan ook nooit hoe ik me moet gedragen, wat ik moet doen. Ik loop compleet verloren in zaken waar zelfs een kind van 5
zich volledig thuisvoelt. Dan ben ik echt een klungelaar moet ik toegeven.
Uiterlijk
Ik ben een geweldige sloddervos. Niet dat ik geen orde heb hoor, integendeel, ik ben een zeer systematisch mens dus ik
hou enorm van orde en netheid. En die is er dan ook wel in "mijn kamers". Neen, ik bedoel "sloddervos" op kledinggebied.
Ik heb dus weinig uitstraling in die zin dat ik echt niet sta in "geklede kleren", allé, ik denk dat tenminste. Ik voel
er me ook niet goed in eerlijk gezegd. Geef mij maar een jeansbroek en jeansvest. Maar goed, ik probeer wel om er een beetje
presentabel voor te komen, dat wel.
Maar zoals veel mannen heb ik daarvoor een vrouwenhand nodig om me te leiden. Ik zou echt de domste combinaties durven
maken, en ik maak ze ook want mijn vrouw helpt me totaal niet met mijn outfit. Spijtig, maar ja.
Dus echt verwaarloosd loop ik er niet bij, maar met een "feminine touch" zou ik toch een pak presentabeler zijn denk
ik. Dus dames, uw raad is welkom ;-)
Soberheid
Reden voor dit gebrek aan aandacht aan mij uiterlijk is enerzijds dat ik het nooit geleerd heb en dat niemand me
ooit echt eens goed en langdurig "gerestyled" heeft. Maar er is ook een andere reden : ik ben een heel sober mens en
alles wat de minimale behoeften overschrijdt krijgt van mij dan ook weinig aandacht. Behalve voor boeken, CD's en DVD's geef
ik weinig geld uit. Op restaurant gaan, een terrasje doen, het is me "vreemd".
Als ik meegesleurd word, dan kan ik er echt van genieten, dat wel, maar zelf zal ik nooit het initiatief nemen. Ook wel
omdat ik zelf niets ken om heen te gaan natuurlijk, maar toch. En dan is het nog vooral de conversatie en de sfeer en niet
het voedsel die me aantrekken, hoewel ik daar echt wel kan van genieten. Daar niet van. Ik ben 2 maal in mijn leven uitgenodigd
geweest in toprestaurants en ik herinner me er nog ieder detail van. Ik ben dan ook een epicurist : geniet niet vaak, maar
als je het doet, zorg er dan voor dat het onvergetelijk is.
Die soberheid uit zich in zowat alles : ik hou van eenvoud, zowel in de inrichting en de decoratie van mijn huis als
in de opbouw van deze site bv : rechtlijnig, attractief, maar niet overladen. Ook dit zou waarschijnlijk ook wel anders zijn
als een "vrouwelijke hand" me wat begeleidde of de zaak op zich nam. Ik geniet echt wanneer ik een vrouw bezig zie
om iets mooi en aangenaam te maken : bloempje neerzetten, tasje koffie maken, kaarsje branden. Zalig ! Ik smelt er gewoon
van en krijg rillingen over mijn rug als een vrouw bv mijn das rechttrekt (niet dat ik er vaak één aan heb hoor) of een
stofje wegveegt van mijn (al even zeldzame) vest.
Nen Betweter
Ik discussieer graag, té graag zelfs. Dat heeft voor gevolg dat ik over alles mijn
mening heb en mijn zeg wil doen, vaak ook over zaken waar ik niks van af weet. Begrijp me niet verkeerd, ik denk niet dat
ik dan de wijsheid in pacht heb, integendeel. Het is juist een zeer onhandige methode om de ander uit zijn schelp te lokken.
Want zogauw deze me op mijn plaats zet zeg ik dadelijk "ja, ik ken daar niks van, maar ..." en dan vuur ik een heleboel vragen
af. Ik heb al ondervonden dat dit een goede methode is bij mensen die hun kennis niet willen uitspelen : val hen aan in dàt
waarin ze specialist zijn en hun eerzucht verplicht hen om uit hun schelp te komen.
Dat is ook niet altijd goed. Want even vaak antwoorden ze niet omdat ze me voor een arrogante vent nemen die hen op hun
terrein de les komt spellen. Even vaak kom je in de situatie dat je wel uileg krijgt, maar dat je kritische vragen niet begrepen
worden of onder tafel geveegd met "het is nu eenmaal zo". Maar zo leer ik niks bij. Ik wil namelijk motiveringen horen, redenen
waarom het niet anders kan, de nefaste gevolgen als het anders zou gebeuren. Want ik hang het principe "nil sacrum" aan (niets
is me heilig), ik stel alles in vraag. Ik zou dat natuurlijk beter vlakaf zeggen ipv de betweter uit te hangen, ik weet het.
Vraag me niet waarom ik dat niet doe, ik weet het niet, maar ik moet tot mijn schande toegeven dat de drang om dwars te liggen
zeker een aardig woordje zal meespreken.
Een verstrooide kwibus
Eén van mijn ergste gebreken is mijn verstrooidheid. Ik kan op enkele seconden tijd vergeten waar ik mee bezig ben, of,
erger nog, ik maak me vaak hopeloos belachelijk wanneer ik "in vorm" ben. Zo heb ik ooit in mijn studentenjaren in Brussel
Centraal op mijn pantoffels op de trein staan wachten om na het weekend terug naar mijn kot te gaan. Met een bruine en zwarte
schoen mijn zoontje naar het hospitaal brengen is me ook niet vreemd. Maar het meest heb ik mijn vrouw toch laten lachen toen
ik op een morgen de auto naar mijn werk wou nemen met bovenaan enkel een das. Geen hemd, geen vest, gewoon bloot vel
en een das. Ze kreeg de eerste 5 minuten zelfs niet gezegd waarom ze zo lachte. Want dat is dus nog het ergste vind ik
: iedereen bekijkt je, lacht zelfs, maar zelf realiseer je je niet wat er gebeurt. Hoe goed je ook kijkt, je merkt echt niks,
neem dat maar van me aan. Ik zal maar niet dieper ingaan op de graad van roodheid die je gezicht bereikt wanneer
iemand dan op de duur de moed heeft om het je te zeggen of wanneer je tenslotte toch zelf iets vaststelt.
Conclusie :
ik kan dus enkel maar Multatuli parafraseren : net zoals Max Havelaar ben ik een vat vol tegenstrijdigheden. En
net zoals hij ben ik een strijder voor en helper van anderen die zichzelf daarbij volledig vergeet.