De Wereld Volgens Grimm

Startpagina
Wie ben Ik ?
Fotomodellen
BDSM is Freaky
Man & Vrouw
Dichters
Gedachten
Muziek
Paperless Office
Even Verpozen
Interessante Sites
Boeken
Films

ER ZIJN ZEKER VERSCHILLEN

 

MANNEN ZIJN SLAPPELINGEN

 

EMBRYOLOGIE

 

De baarmoeder als geslachtskiezer

 

Het is ondertussen algemeen bekend dat mannen naast een X- ook een Y-chromosoom bezitten in hun cellen. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen[1].

 

In 1990 ontdekten Robin Lovell-Badge en Peter Goodfellow, 2 Londense biologen, dat de beslissing of de foetus een jongen of een meisje wordt zeer waarschijnlijk gelegen is op slechts één gen op het Y-chromosoom, het TDF-gen (testis determinating factor-gen). Het gen zelf is ook buitengewoon kort (240 nucleotiden [2]).

 

Op een zeldzame uitzondering na bestaat al de rest van het Y-chromosoom enkel nog uit ”nonsens-DNA”, d.w.z. materiaal dat louter als ”vulstof’ dient. Toch is er, naast een gen dat de mannelijke vruchtbaarheid regelt, ook nog een gen dat codeert voor het zgn. H-Y-eiwit. Doordat enkel het Y-chromosoom dit gen bevat en dit eiwit kan aanmaken hebben vrouwen dit niet in hun cellen. Hierdoor is het te verklaren dat vrouwen zo gemakkelijk afstotingsverschijnselen vertonen tegen organen die mannen hen hebben afgestaan. Het H-Y-eiwit wordt immers als lichaamsvreemd aanzien en zonder medicamenten tegen afstoting zet het dan ook het ganse afweersysteem van de vrouw in gang. Mannen aanvaarden daarentegen gemakkelijker organen van vrouwelijke donors. Die bevatten immers geen H-Y.

 

Ontbreekt het TDF-gen dan zal zelfs een dier (of mens) met XY zich tot een vrouwtje ontwikkelen, komt het toevallig op een X-chromosoom voor dan wordt het een mannetje, ondanks de afwezigheid van een Y en de aanwezigheid van XX in de celkern. Zolang dit gen niet in actie schiet ontwikkelt de vrucht zich dan ook tot een vrouwtje. Onderzoek bevestigde dit en wees uit dat mensen (en ook ratten, apen,...) van nature vrouwelijk zijn. Als er niets speciaals mee voorvalt, als het gen niet aanwezig is, of niet actief wordt, ontwikkelt een foetus zich altijd tot een vrouwtje.

 

Tot de zesde zwangerschapsweek heeft een foetus wel geslachtsorganen, maar het is nog onmogelijk te zeggen of ze mannelijk of vrouwelijk zijn. Ze zijn ”ongedifferentieerd”. Daarnaast is er ook in ieder embryo een mannelijk en een vrouwelijk ”gangenstelsel” aanwezig. De gang van Müller kan later uitgroeien tot vagina en uterus, de gang van Wolff tot de inwendige mannelijke geslachtsorganen. Het zijn de hormonen die later zullen bepalen welke van beide uitgroeit en welke verschrompelt.

 

Bevatten de cellen een Y-chromosoom dan vormt het TDF-gen in de zesde zwangerschapsweek de Testis Determining Factor (TDF). Onder invloed hiervan worden de ongedifferentieerde geslachtsorganen in de mannelijke foetus veranderd in testikels.

 

De TDF stimuleert ook de hypothalamus (de zone onderaan de hersenen die alle basisbehoeften van het leven controleert als daar zijn: ademhaling, hartslag...). Deze zet de Leydigcellen in de testikels aan om testosteron (het mannelijk hormoon) te produceren. Daarnaast produceren de testes ook de Müller-remfactor die de gang van Müller doet verschrompelen en de gang van Wolf doet veranderen in de inwendige mannelijke geslachtsorganen (bijbal, zaadleiders en zaadblaasjes). Ook wordt testosteron onder invloed van 5-alfa-reductase omgezet in dihydrotestosteron. Hierdoor pas worden de uitwendige geslachtsorganen van de foetus echt mannelijk en ontwikkelen zich penis en scrotum.

 

Het embryo is dan 45 tot 50 mm groot (achtste week) en vanaf nu kan wat de uitwendige geslachtsorganen betreft een begin gemaakt worden met het onderscheiden van beide geslachten. U vindt hierbij een schema van de uitwendige geslachtsorganen van een foetus van 4,5 cm. Het enige verschil tussen een jongen en een meisje is dat de urogenitale groef bij jongens iets korter is dan bij meisjes en dat de ”kleine schaamlippen” sterker vergroeid zijn. Er is dus al een geslachtelijke differentiatie op gang gekomen, maar de basis van de toekomstige externe organen is voor beide geslachten nog dezelfde en ze zijn nauwelijks begonnen aan hun ontwikkeling tot penis, scrotum of vulva. Bij de man zijn ten andere nog sporen terug te vinden uit de periode toen hij nog vrouwelijk was. De donkere lijn onderaan de penis (de peno-sacrale band) is bvb. een overblijfsel van het bijeengroeien van de kleine schaamlippen, terwijl de naad van het scrotum werd gevormd door het samengroeien van de grote schaamlippen.

 

embryo.jpg

                                  Afb1 : Uitwendige geslachtsorganen van een foetus van 48 mm

 

Is er geen TDF aanwezig, en laat men het embryo ongestoord verder evolueren, dan worden de gonaden in de dertiende week omgevormd in eierstokken. Gezien een vrouwelijke foetus veel gelijkmatiger kan ontwikkelen dan een mannelijke, loopt hij minder risico dat er iets verkeerd gaat. Er moet daarentegen echt zwaar weerwerk geleverd worden tegen de ”vrouwelijke natuur” van de foetus wil hij erin slagen mannelijk te worden. Hierdoor is het aantal miskramen van jongens veel groter dan dat van meisjes, en ook de zuigelingensterfte is hoger bij jongetjes dan bij meisjes. De natuur laat daarom ongeveer 5% meer jongens dan meisjes geboren worden, zodat na de puberteit de balans ongeveer in evenwicht is. Het is trouwens deze strijd om te overleven, die reeds in de moederschoot begint, die heel waarschijnlijk, samen met genetische selectie, voor gevolg heeft dat jongetjes (en mannen) fysisch veel agressiever zijn dan meisjes (en vrouwen).

 

Het is op dezelfde leeftijd (zesde tot tiende zwangerschapsweek) dat de geslachtsidentiteit van beide geslachten ingeschreven wordt door de manier waarop de zenuwen in de hersenen met elkaar knooppunten vormen. Bij de jongen wordt het testosteron uit de Leydigcellen in de hersenen omgezet in oestrogeen, en hierdoor zouden deze ”vermannelijken”. Een weinig oestrogeen laat de hersenen vrouwelijk, veel oestrogeen of testosteron (dat immers in oestrogeen wordt omgezet) maken de hersenen mannelijk. Meisjes, die in de baarmoeder nauwelijks geslachtshormonen produceren, hebben dan ook hersenen die geen invloed ondergaan van dit hormoon, tenzij de moeder tijdens haar zwangerschap een overmaat oestrogenen of testosteron kreeg toegediend door een arts.

 

Opvallend is wel dat de enige echte geslachtsorganen de testes/ovaria en de schaamlippen/scrotum zijn. Penis en borsten komen immers bij beide geslachten voor. Een vrouw bezit een ”kleine” penis in de vorm van de clitoris, en ook mannen hebben borstklieren (ook mannen kunnen dus borstkanker krijgen! ). Wat deze ”geslachtskenmerken” betreft gaat het dan ook niet om verschillende organen, maar wel om een verschil in graad van ontwikkeling.

hormonen.jpg
Afb  2 : Hormonale invloeden op een mannelijke foetus

[1] Een chromosoom is een deel van de cel waarin de erfelijke informatie opgeslagen is. Ze komen steeds in tweevoud voor. De menselijke cel bevat 2 x 22 gewone chromosomen en 2 geslachtschromosomen. In een vrouwencel zijn de 2 geslachtschromosomen dezelfde (ze worden X genoemd), in een mannencel verschillen ze (X en Y). Een gen is een deel van een chromosoom dat één bepaalde erfelijke eigenschap draagt (kleur van de ogen ...)

[2] Een gen bestaat chemisch uit DNA (desoxyribonucleinezuur), dat op zijn beurt opgebouwd is uit 4 soorten moleculen, zogenaamde nucleotiden, die in een bepaalde volgorde met elkaar verbonden zijn. Het is de lengte van het DNA en de volgorde van zijn nucleotiden die de verschillen geeft in werking van het gen.  

Horizontal Divider 1

Overzicht Hoofdstuk 2 : Er zijn zeker Verschillen

Vorige Pagina : Verschillen in Psychische Factoren

Volgende Pagina : Lichamelijke Verschillen

Les amis de la vérité n'ont pas d'amis
 
Henry de Montherlant (Frans schrijver 1896-1972)

Horizontal Divider 18

*** Grimm dankt jullie voor de commentaren ***